Transversale pijlpunten worden wel vaker gevonden.
Transversale pijlpunten worden wel vaker gevonden.

Een transversale pijlpunt bij landgoed De Beek

Klinkt onbegrijpelijk. Begrijpelijk, want het is een vakterm. Uit het jargon van de archeoloog. En dan met name de oudheidkundige die spullen van duizenden jaren geleden bekijkt.

Grofweg tussen landgoed De Beek en Oud Bussum ligt temidden van de bomen een rustiek stukje weiland. Met een kapitale linde zo'n beetje er midden in. Mark had toestemming om hier met de detector te zwaaien. Maar het gras was bezaaid met verse molshopen en die werden met kennersblik gescreend. Want die gravers willen nog wel eens iets omhoog duwen. En verdraaid, daar lag pontificaal boven op het bergje aarde een stukje silex (vuursteen), waar Mark meteen het belang van inzag. Thuisgekomen bleek het te gaan om een zogeheten transversale pijlpunt. Daterend van het vroege neolithicum, de periode, laten we zeggen rond 4000 tot 6000 jaar geleden.
Het lijkt niet op een pijlpunt zoals we het ons allemaal voorstellen: een driehoekig puntje en een stukje steel. De transversale punt heeft meer weg van een beitel. Het dunne lange stuk werd in de pijlschacht geklemd en vastgemaakt met berkenteer en/of met een stukje vochtig pees. Na droging zat het stukje bewerkt vuursteen muurvast en maakte bij inslag in het prooidier een brede, bloedende wond, waar het dier uiteindelijk aan bezweek. Expertise van de grote kenner van vuursteen, Ben Wallet, maakt duidelijk dat er in onze omgeving wel vaker transversale pijlpunten zijn gevonden. Soms in de context van bewoningssporen, maar vaak ook als losse vondst op de heidegronden.