Jaqueline en Annemie.
Jaqueline en Annemie. Foto: Jessica de Jong

'Ze kunnen soms alleen hun naam zeggen. Dan houdt het wel op'

NAARDEN / BUSSUM - Steeds meer asielzoekers komen naar Nederland. Vorig jaar vroegen bijna 24.000 mensen asiel aan in Nederland en dat is 66 procent meer dan in 2013 en het hoogste aantal sinds 2002. Dat maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek vorige week woensdag bekend. Ook in Naarden en Bussum wonen mensen die vanuit de hele wereld komen. Sommigen zijn verplicht een inburgeringscursus te volgen, anderen doen dat vrijwillig, en dit kan bijvoorbeeld bij SCAN in Naarden.

door Jessica de Jong

Docent Jaqueline Claassen is druk bezig in haar lokaal waar ze lesgeeft op het tweede niveau. De meeste mensen in deze klas kunnen al aardig uit de voeten met de Nederlandse taal. Jaqueline probeert uit te leggen wat de begrippen 'altijd', 'nooit', en 'soms' betekenen. "Honderd procent, dat is altijd. Nooit betekent nul procent en soms staat voor vijftig procent." Het kwartje valt bij de studenten. Helda komt uit Aleppo, de hoofdstad van Syrië. Ze is nu twee jaar in Nederland en heeft het hier erg naar haar zin. "Mijn ouders en broers woonden hier al in 't Gooi. Ik spreek vijf talen: Armeens, Arabisch, Turks, Engels en Frans en nu leer ik Nederlands." Naast haar zit Zina uit Irak, die ook bijna twee jaar in Nederland woont en verblijft bij haar zus die negen jaar geleden in Muiden kwam wonen. Ze vertelt dat ze nog een jaar lang drie ochtenden in de week de cursus volgt en dan het examen kan gaan doen.

Niet alleen de taal is een voorwaarde, ze moeten ook van alles weten over de gebruiken en geschiedenis van Nederland. Helda vindt dat de docenten het allemaal goed uitleggen en vindt het ook logisch dat ze veel over het land en de gebruiken moet weten. "De mensen zijn aardig, ik geniet van de natuur, we wonen hier prachtig."

Jaqueline heeft Nederlands gestudeerd en haar collega Annemie Coene heeft een studie Rechten gedaan. Sinds 2009 geven ze onder de naam Coene & Claassen Taalbureau taallessen. Eerst aan huis, maar sinds afgelopen september ook aan grote groepen in de SCAN. "Deze mensen moeten of willen inburgeren en dat is hun eigen verantwoordelijkheid. In de praktijk komt het erop neer dat Vluchtelingenwerk zorgt dat ze een lening bij DUO aanvragen en een school uitzoeken waar ze een inburgeringscursus kunnen volgen. Volgens mij zijn er in de hele Gooi en Vechtstreek maar twee van deze scholen. Het gaat om mensen die hier in de regio al in een eigen huis wonen, een verblijfsstatus hebben en een BSN-nummer hebben. Als je aan die voorwaarden voldoet, dan mag je naar school. We geven hier drie keer in de week aan twee groepen les. Daarnaast geven we in Naarden bijles aan allochtone kinderen op de basisschool, aan expats die bij grote bedrijven werken en op het ROC."

Jaqueline vertelt dat de meeste mensen binnenkomen op niveau 0. "Ze kunnen hun naam zeggen. Soms ja of nee en dan houdt het wel op." Zodra ze de boeken induiken en de instructies opvolgen maken ze al snel grote stappen. "Dat is echt fantastisch om te zien. De cursisten zijn erg dankbaar en erg gemotiveerd." Annemie vult aan: "Ze gaan ook heel respectvol met elkaar om. Het is in het begin voor iedereen moeilijk en wellicht ook wat bedreigend. Maar ze hebben allemaal hetzelfde doel voor ogen." Jaqueline vertelt dat er ook echte vriendschappen ontstaan. "Ik ken twee jongens die elkaar uit de klas kennen en samen naar de sportschool gaan."

Diverse factoren bepalen hoe lang iemand moet studeren voordat hij klaar is voor het inburgeringsexamen. "Doe je je huiswerk, wat is je vooropleiding en heb je wel eens een andere taal geleerd? Dat zijn zaken die erg meespelen. Heb je in je thuisland een lagere vooropleiding gehad, dan duurt het ongeveer twee jaar. Maar sommige mensen hebben thuis een universitaire opleiding genoten en dan redden ze het binnen een jaar. We hebben ook mensen gehad die uit Tibet of Koerdistan kwamen. Deze mensen zijn een heel ander schrift gewend en dan begin je dus echt bij de basis. Eerst moeten er letters geleerd worden. Soms werken we ook met pictogrammen, dan laten we een plaatje zien zodat iedereen weet waar het over gaat. En mensen die dezelfde taal spreken kunnen elkaar ook wat op weg helpen."

Gebruiken
KNS, ofwel Kennis Nederlandse Samenleving, is een ander onderdeel van de cursus. De deelnemers leren bijvoorbeeld over de VOC-tijd, Anne Frank en de provincies van Nederland. Daarnaast staan gebruiken centraal. Jaqueline: "Als je bij mensen thuis gaat eten, wat neem je dan mee? Niets, een fles wijn of een gouden ring? Dat soort vragen krijgen ze op het examen. Ook wil de Nederlandse overheid bijvoorbeeld duidelijk maken dat wij hier tolerant zijn ten opzichte van bijvoorbeeld een lesbisch koppel. Dan krijgen ze een vraag zoals: stel, je buren zijn lesbisch, wat doe je? In sommige landen is dat een groot taboe. Hier in Nederland trekken wij ons er niets van aan en dat soort gebruiken trachten we over te brengen."

'Mensen die dezelfde taal spreken kunnen elkaar helpen'

De asielzoekers die nu bezig zijn met hun lessen komen voornamelijk uit Syrië, Irak en Eritrea. Ze worden door Jaqueline en Annemie niet alleen met de taallessen geholpen. "We begeleiden ze echt in de samenleving. Zo helpen we bij het samenstellen van een cv, maar ik haal ze ook op van het station als ze de weg niet kunnen vinden of zorg dat ze vrijwilligerswerk kunnen doen. We hebben ook een student geholpen bij haar sollicitatie bij een kledingwinkel in Bussum. En met succes, ze heeft daar nu een baan. Wij merken dat inwoners van het Gooi zich er niet bewust van zijn dat er ook hier in het Gooi asielzoekers proberen een nieuw leven op te bouwen."

Terughoudendheid
De lessen zijn niet politiek getint. "Veel asielzoekers komen uit een oorlog. Sommige zijn nog getraumatiseerd. Zo hoor je dat een vader gedood is door een bom. Toch proberen wij op dat gebied ons wat terughoudend op te stellen. Hier komen ze om wat te leren, er is gezelligheid, ze hebben even afleiding."

In de klas van Annemie werken de leerlingen op niveau 1. Bakri uit Syrië en Rachelle uit Iran zijn de eerste basiszinnetjes al machtig. Baki woont acht maanden in Nederland en is nu drie maanden bezig met de cursus. "Praten vind ik erg moeilijk", vertelt hij. Ook Rachelle spant zich in om te vertellen dat ze bijna een jaar in Nederland is. Ze woont in Naarden en dat vind ze heerlijk rustig. Als de leerlingen even pauze hebben komt er een grote Marokkaanse cake op tafel, versierd met gekleurde spikkeltjes. Iedereen geniet van de cake, maakt ontspannen een praatje en zo klinken er verschillende exotische talen door elkaar in het gebouwtje aan de Naardense Keverdijk.

Helda en Zina in de les.