'Ik denk dat er een spijkerbed was en dat de dief daar op moest liggen'
WEESP – Wat is een monument en wat valt er te beleven? Met deze vragen en nog veel meer bezochten 300 scholieren vrijdag het stadhuis, molen De Vriendschap, molen 't Haantje en de Grote Kerk. Voor velen was het de eerste kennismaking met het gebouw.
door Ruth van Kessel
Vrijdag mochten Weesper scholieren van groep 7 en 8 alvast een voorproefje nemen op de Open Monumentendag van afgelopen weekend. Van vijf basisscholen gingen de kinderen op pad, waarbij elke groep op bezoek ging bij één Weesper monument en daar antwoorden moesten vinden op vragen. Organisatoren van deze Monumensjesdag in Weesp zijn Wenny Schippers en Ingeborg Pouwels van de Stichting Open Monumentendag. Schippers: "Dit jaar was de animo voor Monumensjesdag heel groot. Het is belangrijk dat kinderen kennis hebben van de oude gebouwen, zij vertellen de geschiedenis van je stad."
"Aaaah", is de reactie van de kinderen van groep 7 van de Van der Muelen Vastwijkschool als in het stadhuis vrijwilliger Adri van Heeringen ze vertelt dat ze zich in de pijnkamer bevinden. Echt waar? Hoe ging dat dan? "Je kunt daar van alles bij bedenken", is de reactie van Van Heeringen. Tristan fantaseert: "Ik denk dat er een spijkerbed was en dat de dief er op moest liggen." De kinderen zijn blij dat ze niet in die tijd leefden: die donkere koude kerker met dikke tralies en vieze wc-pot. Het brandmerken en de enkelband… Brrr, het spreekt ze erg tot de verbeelding. Dan moeten er vragen worden beantwoord. Van welke materialen is het stadhuis gemaakt? IJverig schrijven de kinderen de antwoorden op. Mitch verzucht: "Ik heb vandaag veel nieuwe dingen gehoord."
Verderop aan de Nieuwstraat verzamelt groep 7/8 van de Hobbedob zich voor de Grote Kerk. De deur is nog dicht. Ben je hier al eens binnen geweest? "Nee", zegt Bengali. "Ik ben heel benieuwd. Vorig jaar was ik in die andere kerk." Hij wijst naar het stadhuis. Juf Annemiek vertelt alvast wat over de Grote Kerk. Dat hij eerst katholiek was en nu protestants. "Ken ik allebei niet", merkt Daphny op. Intussen kunnen de eerste vragen over het monument al beantwoord worden. Handig hoor, de rug van je klasgenoot als lessenaar. Eenmaal binnen in de kerk vallen de monden open. Wat is het hier mooi. O, ik ben hier toch wel eens geweest. De koperen lampen, de grafstenen - hoe kregen ze de dode lichamen erin gepropt? - de banken voor de rijke stinkerds, ze vinden het allemaal prachtig. Bengali: "Waarom hangt die zwaan daar?" Hij wil alles weten: over de preekstoel, en de sterretjes op het plafond. De gids neemt de tijd en legt alles uit.
In molen De Vriendschap moet Manal van groep 7 van de Jozefschool lachen als hij denkt aan het gekke gezicht van molenaar Wouter toen hij dronken mensen nadeed die te veel biertjes hadden gedronken. Nancy is nog onder de indruk: ze mochten helemaal omhoog en de molenaar liet zien hoe een molen werkt. Bij molen 't Haantje zet Geert Kotter de kinderen van groep 7 van De Terp aan het werk. "Waarom draaien de wieken niet snel? Juist, we moeten er eerst het doek op spannen. Aan de slag!" Wauw, dit is vet hoog, griezelt Felice, terwijl ze hoog in de wiek het doek aan een knop bevestigt. De kinderen leren over de wind en het draaien van het molenhuis. Kotter: "Als je wilt, mag je morgen terugkomen, dan vertel ik nog meer."
