Brandweermannen halen hun nieuwe auto op gepaste wijze binnen.
Brandweermannen halen hun nieuwe auto op gepaste wijze binnen. Foto: Bob Awick

Brandweer Naarden neemt
nieuwe auto in gebruik

NAARDEN - Hooivorken voor het geval je in dit jaargetijde een brandende hooibaal tegenkomt, betonscharen, krikken, flessen wekdegreiniger en een 'bonkie' om deuren mee te forceren; de nieuwe brandweerauto van korps Naarden heeft reddingsgereedschap voor elke situatie. De brandweermannen zijn trots op hun nieuwe aanwinst.

Woensdag ruilde de Naardense brandweer de verouderde TAS (TankAutoSpuit) officieel in voor de nieuwe. Dat gebeurde met veel toeters en bellen en een borrel na afloop. "Het was ook wel nodig om de oude wagen te vervangen", vertelt bevelvoerder Bas Kruijswijk (45). "Tijdens de actie bleek de pomp kapot te zijn en konden we geen water uit de sloot halen." Kruijswijk is in zijn nopjes met het nieuwe materiaal. "Het is een wereld van verschil. Hier kun je op vertrouwen."

De nieuwe brandweerauto weegt elf ton en kan beduidend meer dan zijn voorganger uit 1994. Hij heeft meer motorvermogen, 1500 liter water aan boord, langere slangen en de ladder op het dak komt automatisch naar beneden. De omgebouwde Mercedes vrachtauto zit vol hightech apparatuur. "We hebben de laatste snufjes op navigatiegebied. Alles wat de meldkamer weet, krijgen wij meteen door. We kunnen info van de RDW opvragen, op kenteken. Zo kunnen we precies zien waar in een auto de accu, airbags of gastank zitten. Dat is handig wanneer we inzittenden uit een verongelukte auto moeten redden."

Korps Naarden heeft meer brandweerauto's. De spiksplinternieuwe TAS verlaat de kazerne op het industrieterrein alleen als er sprake is van een 'middelgroot incident' in Naarden of wanneer er hulp nodig is in een andere gemeente. Naast de TAS heeft de Naardense brandweer ook een CAS (Compacte AutoSpuit) staan, een brandweerwagen die speciaal ontworpen is voor de smalle, middeleeuwse straatjes van de Vesting. Deze wagen is een stuk smaller dan de normale brandweerauto's om de nauwe bochten te kunnen maken. Kruijswijk: "Als we een melding krijgen, rukt de CAS als eerste uit, samen met de TS-2 uit de kazerne in Bussum. Als het nodig is, komt de TAS er achteraan."

In de nieuwe wagen is plek voor acht man. De gele helmen liggen netjes klaar boven de stoelen. Maar de brandweer heeft moeite om die plekken bezet te houden, vertelt Kruijswijk, die al vijftien jaar vrijwilliger bij de brandweer is. "We vergrijzen langzaam. Ik ben met mijn 45 jaar zo'n beetje de jongste. We hebben jonge knapen nodig: werken bij de brandweer is zwaar. Als je in een pak met perslucht de trap op moet in een brandende woning moet je conditie hebben. Wil dit korps gezond blijven, dan hebben we nieuwe aanwas nodig."

Volgens Kruijswijk heeft de brandweer veel te bieden. "Je doet iets voor de gemeenschap en je krijgt er een vergoeding voor. De collegialiteit is enorm." Collega Jacques Ruisendal (37) is het met hem eens. "Als het brandweervirus je eenmaal te pakken heeft, blijf je er je hele leven."