Fanatiek dicteemaker Bert Jansen.
Fanatiek dicteemaker Bert Jansen. Foto: Bob Awick

Drukke tijden voor Bussumse dictee-nomade

BUSSUM - Bert Jansen is pensionado, Neerlandicus en fanatiek dicteemaker. Hij heeft het druk aan het einde van het jaar: per maand doet hij mee aan zeker zo'n vijf dicteewedstrijden waarvoor hij letterlijk stad en land moet afreizen. En daartussendoor schrijft hij ook nog de professionele tekst voor het Soester dictee.

door Hugo Kruijt

"Jammer, dat streepje hoort niet tussen dictee en nomade, die woorden moeten gewoon aan elkaar", wijst Bert Jansen de schrijver terecht wanneer hij de tekst ziet. Met de uitleg dat het woord op deze manier voor de lezers beter te begrijpen is, neemt hij eigenlijk geen genoegen, fout is fout. Bert Jansen is dus een zogenaamde dicteenomade, iemand die er zijn hobby van heeft gemaakt de Nederlandse taal liefst volledig foutloos te schrijven.

Hij is daarin niet de enige: "Er is een harde kern van zo'n tien, zeg maar, professionele dicteeschrijvers die elkaar regelmatig tegenkomen; in totaal bestaat de 'eredivisie' uit iets van zestig man", licht hij toe. "Gemiddeld worden er overal in het land acht hoogwaardige dictees per maand georganiseeerd, met een climax van zestien in november. Bij een groot deel van deze dictees zijn wij niet meer welkom: de afstand tussen ons en de gemiddelde deelnemer is té groot, waardoor het niet leuk is voor de groep die achter ons aankomt." Hoe groot is dat verschil dan? "Neem een invuldictee, een dictee dat wordt voorgelezen en waarin in totaal 100 woorden foutloos moeten worden ingevuld. Gemiddeld maken de deelnemers hierin tussen de 25 en 35 fouten, wij maken er gewoonlijk tussen de drie en zes. Dat is wel een heel verschil."
Desondanks proberen de hardcore dicteeschrijvers zich op veel plaatsen, liefst gezamenlijk, in te schrijven en de degens met elkaar te kruisen. "We willen allemaal winnen, we kennen en respecteren elkaars kwaliteiten, de competitie is daardoor voor ons allemaal leuk. En na afloop eindeloze discussies, over verrassende woorden in het dictee, over onze eigen of elkaars fouten of afwijkende visies op de juiste schrijfwijze, heerlijk."
Is het Groot Dictee der Nederlandse taal ieder jaar een hoogtepunt? "Zeker, op een bepaalde manier wel: het dictee krijgt veel media-aandacht, het is de enige keer in het jaar dat de televisie op primetime de spelling van onze taal centraal stelt. Maar wij kunnen niet meedoen; ieder van ons heeft al eens meegedaan en er is een regel dat je maar één maal mag meedoen, dus we hebben allemaal onze beurt al gehad." Jij hebt dus ook meegedaan? "Ja, een aantal jaren geleden, in 1997. Ik werd zesde met 6 fouten, achter vijf Belgen die toen nog bijna ieder jaar wonnen. Ik was dus in ieder geval de beste Nederlander dat jaar, haha!"

En doe je wel mee ieder jaar, buiten de zaal van de Eerste Kamer? "Natuurlijk, sinds een aantal jaren rijd ik voor die avond naar Lierop (bij Eindhoven), waar we goed verzorgd met een groep mensen het dictee maken en vervolgens elkaars dictee nakijken. We zitten daar gewoonlijk met drie of vier dicteekanonnen, dat is ook een echte confrontatie, die avond. En dan maar hopen dat de winnaar bij ons minder fouten heeft dan de winnaar in Den Haag!"
Is het nou zo moeilijk, foutloos Nederlands schrijven? "In principe niet, zeker niet zolang we het hebben over de taal zoals je die tegenkomt in kranten, boeken en tijdschriften. In principe leert iedereen hoe je met -d, -t of -dt moet omgaan, daar zijn gewoon regels voor. Je kiest ervoor om die regels te leren of niet. Maar het wordt iedereen op school aangeboden, toch? Maar zo zijn er ook regels voor het gebruik van hoofdletters, het gebruik van koppeltekens, accenten, kommaatjes, noem maar op. En voor die regels neemt niemand de tijd, waardoor daar gewoonlijk de meeste fouten in dictees in worden gemaakt, los natuurlijk van een handvol 'rare' woorden. Iedereen kent daardoor het przewalskipaard, symbool van onschrijfbare woorden. En die woorden vinden wij nu eenmaal leuk."
Heeft dat nou zin, zo veel tijd besteden aan woorden die je eigenlijk nooit in de krant of in boeken tegenkomt en die bijna niemand kent? "Tja, heeft dat zin? Wij vinden het gewoon leuk, dat is één. En het gaat wél over onze taal, een essentieel onderdeel van onze cultuur. We denken dus ook dat we een bijdrage leveren aan instandhouding van die taal, die ons dus wel met zijn allen bindt. Wij vinden het interessant om discussie te voeren over de vraag of je 'zozeer' of 'wel eens' nu wel of niet aan elkaar moet schrijven. Los daarvan, die vraag over de zin van wat we doen wordt me echt wel vaker gesteld en ik beantwoord die vaak ook met de wedervraag hoe zinvol het eigenlijk is dat mensen een leven lang sigarenbandjes, suikerzakjes of winkelwagenmuntjes sparen. Aan een hobby wordt vaak meer tijd besteed dan mensen kunnen begrijpen, maar de hobbyisten denken daar zelf echt anders over."

Het Groot Dictee der Nederlandse taal wordt woensdagavond 17 december uitgezonden om 21.30 uur op NPO 1.