Gedicht Gaston Bannier

De Bibliotheek

(t.g.v. het 100-jarig bestaan van Bibliotheek Naarden-Bussum)

I. Proloog

Mijn vader zat in het onderwijs
dus bij ons thuis werd niet gelezen.
Elk verhaal met een ander plot dan het onze
werd angstvallig buiten de deur gehouden.
Stinkend jaloers was ik dan ook op mijn vriend.
Hij kreeg er speciaal een leren tas voor.
Daarin pasten precies vier boeken,
zijn abonnement
en een gevulde koek voor de terugweg.
Lezen maakt hongerig.

Al een paar dagen was het onrustig op school.
In de nieuwe bundel van Herman Pieter de Boer,
'Dorpsgeheimen',
klom een hitsige jongen in een hoge boom
en stak hem in het gat van een specht.
Uren sprak ik in op mijn vriend.
Met resultaat.
Hij zou het boek lenen,
ik huur betalen voor ruimte in zijn tas.

Die week brak de hemel voor mij open
en dat voor maar één dubbeltje.
Zelden een verhaal gelezen
zonder woorden te zien,
papier te ruiken
of enigszins nog te voelen dat ik bestond.
Dit was pas leven.

II. In de Biep

Hoe iedere vrijdagavond van zeven tot acht
de wereld eindelijk aan mijn voeten lag.

Ik beklom de Himalaya door de reisverhalen,
liep als 'Kees de Jongen' in de zwembadpas,
wist met 'Pietje Bel' mijn jeugd in te halen
en werd stil toen ik 'De Avonden' van Reve las.
En dan die juffrouw achter de balie,
haar mooie handen gingen vliegensvlug
van stempel naar stempel naar oogopslag.
'Over twee weken terug, jochie,' fluisterde ze lief.
Maar nog diezelfde avond zou ik met haar gaan.
Door de stromende regen fietsten we naar huis,
haar heerlijke kont zittend op mijn stuur,
haar natte haren wapperend in mijn gezicht,
als in 'Turks Fruit', maar dan dichter
bij de literatuur van míjn bestaan.


Vele levens kreeg ik erbij
in mijn zelfgemaakte lapjestas.


'Je bent veranderd,' riep mijn vader
op een avond laat.
Ik zweeg
want ik was 'domweg gelukkig in de Dapperstraat'.

III. Epiloog

Als je leest
komen de letters vanzelf op je af.
Een avontuur nooit beleefd
blijkt plotseling een anekdote uit je eigen bestaan.
Wie zegt dat je liegt dat het gedrukt staat
vertrouwt niet op zijn eigen verhaal
of kan niet lezen.
Het zijn de kleine letters
die je bewegen.

Geachte schrijvers van de wereld,
ga door, ga door
en schrijf mij alsjeblieft naar buiten,
dan lees ik u naar binnen.