Trombonespeler Gerard Smit wordt hier omringd door zijn studenten José Knoops en Sander Bogaard.
Trombonespeler Gerard Smit wordt hier omringd door zijn studenten José Knoops en Sander Bogaard. Foto: Bob Awick

'Ik houd van zuiver: zuiver gedrag en
een zuivere toon'

De naast een grote tas gestoken grijze portefeuille vol informatie, visitekaartjes, cards en geld, valt tegen de rand van een stoepje in ons Bussumse centrum. Een fietser met arendsogen stapt af en steekt hem in zijn zak… Het zou het begin kunnen zijn van een spannend boek dat eindigt in een drama: bij thuiskomst trapt de vrouw in gebroken glas en vindt ze haar hele huis en rekening leeg geplunderd.

In dit unieke geval vindt de eigenaresse een uurtje later een mailtje op haar computer met de mededeling: 'Ik heb uw beurs gevonden, wat zal ik doen?' Contact komt op gang en niet veel later staat de fietser op de stoep voor zijn huis om de weg door een liefdevol verzorgde tuin naar binnen te wijzen. Hij blijkt een boomlange man te zijn van vijfenzeventig jaar, zijn vrouw is klein en vriendelijk. De radio staat op Hilversum 4 met een barok concertje, er heerst een vredige sfeer in het door een middengang gescheiden, antieke huis. Op tafel een schaaltje lekkers. Overal bloemen en planten en aan de muren veel foto's van kinderen en kleinkinderen én… drie koperen blaasinstrumenten.

Politiekapel
En ja hoor, de eerlijke vinder was muzikant van zijn vak. In de Amsterdamse Politiekapel, de bekende band die iedereen ouder dan veertig zich zal herinneren; Stoere mannen in politieuniformen, op glimmend gepoetste schoenen en met rode koppen van het blazen. Lekkere ritmes, schallende klanken en mooie, bekende melodieën. Daar gingen vooral muzikale kinderen achteraan om mee te marcheren en te genieten van zoveel gezelligheid op straat.

Gerard Smit was daarin eerste blazer op de trombone en ook hij marcheerde dapper mee op taptoes en showpresentaties. "Niet dat ik dat nou zo goed vond voor de kwaliteit voor ons spel, je hoort elkaar niet goed, maar het was natuurlijk wel leuk. En het is je broodwinning." Hij heeft een nauw luisterend geweten en een meer dan gebruikelijk plichtsbesef. "Ik houd van zuiver: zuiver gedrag en een zuivere toon. Dat van die portefeuille is toch normaal?" Zijn vrouw knikt bevestigend: "Ja hoor, zo is hij altijd, eerlijk en recht door zee. Hij praat en denkt nergens omheen."

Smit is opgegroeid in een groot katholiek gezin in de kop van Noord-Holland. Daar had zijn vader een fruitbedrijf van appels, peren en pruimen. De dertienjarige Gerard moest dat arbeidsintensieve bedrijf samen met zijn oudere broer leiden toen hun vader stierf. Hij kon daardoor niet meer naar school. Maar goed, als je appelen vaart dan mag je ze eten, misschien daarom ziet hij daardoor patent en kerngezond uit. "Ik speel op mijn leeftijd nog steeds vaak mee in orkesten. Daar kunnen ze me voor wakker maken, ook voor een solootje. Spelen is het fijnste dat er bestaat voor mij. Ik ga nog een paar keer per week op stap voor een schnabbel, heb nog steeds een goede embouchure rond mijn mond; mijn spieren houden het prima vol. Alleen mijn luchtstroom is iets minder geworden, tja wat wil je. Ik heb ook nog steeds leerlingen hier in de buurt. Ook die houden me alert en bij de les."

Hij doet er wel wat voor om het zo te houden. Samen met zijn vrouw gaat hij vrijwel dagelijks na de middag wandelen in een gebied dat ze allebei mooi vinden. "Zo houden we onze conditie op peil en genieten we samen van de troostende werking van de natuur."

Leerlingen
Op verzoek heeft hij twee leerlingen uitgenodigd, de 53-jarige José Knoops en Sander Bogaard van 21. Allebei leden van grote muzikale families waarin vrijwel iedereen een instrument bespeelt. "Het kost energie, maar het geeft ook veel energie", zegt doktersassistente José. "Als het samen goed gaat en mooi klinkt, dan krijg je er een geluksgevoel van. Dan kun je weer verder. Al onze familieleden spelen daarom bijna altijd in een van de meer dan achthonderd harmonie- en fanfareorkesten in ons land. Want het gaat om samenzijn én muziek maken."

Ze zijn zichtbaar trots op hun leraar en blij met zijn lessen. "Zijn geheim," zegt Sander gretig, "is zijn gedrevenheid en zijn blaastechniek. Die noemen ze non-pressie. Wij drukken veel te veel met onze lippen. Dat houden we niet lang vol want dat is zwaar. Gerard pakt het anders aan: je legt je instrument op tafel, gaat er dichtbij zitten en blaast dan zonder dat je het mondstuk aanraakt of het instrument verschuift, een toon. Als het je lukt. Hij kan het heel goed, ik moet er nog aan werken, al heeft het me al veel meer uithoudingsvermogen opgeleverd. Dankzij die techniek kan ik makkelijk vanaf vrijdag het hele weekend repeteren, onderbroken door zo nu en dan even rust, maar verder flink doorwerken. Op zondagavond kunnen we dan een mooie uitvoering geven waarvoor we in hoog tempo een heel programma hebben ingestudeerd. Zonder die non-pressietechniek zou ik dat nooit kunnen volhouden."

Talent en gevoel
Smit zorgde er op zijn achttiende voor dat hij les kreeg van de beste in het land, Hans Maassen, de bekende eerste blazer van het Concertgebouworkest. "Een topleraar.
Mijn familie betaalde mijn lessen, ikzelf de reis naar Amsterdam." Het tuindersbedrijf werd verkocht en Smit koos voor een ander bestaan. Ook toen een groot risico. "Maar wel op advies van Maassen." Desgevraagd meent Smit stellig: "Er is geen verschil in geschiktheid tussen meisjes en jongens. Meisjes hebben iets zachtere lippen en dat hoor je in hun toon. Intelligentie is niet nodig voor het maken van muziek, het gaat om talent en gevoel. Je moet plezier beleven aan je lessen. Instrumenten zijn te koop vanaf ruim duizend euro en kunnen oplopen tot 5.000, 6.000 euro."

José heeft een speciaal op haar aanwijzingen gemaakt instrument. Voor twee van haar drie kinderen heeft ze gespaard voor kwaliteit, "die klinken net ietsje mooier". Sander blaast op het bekende merk King. Hij beschikt over stevige ronde lippen en heeft daar veel voordeel van voor de steun onder zijn techniek. Smits eigen kinderen zijn ook al jong ondergedompeld in de muziek waarmee hun vader hun studie kon betalen. Zo raakten ze geïnspireerd: "Drie dochters hebben op het conservatorium gestudeerd: piano, viool en fluit. Twee zonen hebben les van mij gehad en spelen trompet en trombone."

Dirigeren
De leraar en zijn leerlingen zijn alle drie geïnteresseerd in de volle breedte van de vele composities tussen klassiek, pop en modern. Gerard speelt alles en altijd met groot plezier, als ie maar kan performen. Hij dirigeert ook, al vindt hij zichzelf in dat hondsmoeilijke vak geen topper. "Ik ben te gejaagd." Zijn leerlingen spreken hem tegen: "Nou, je doet het heel aardig hoor, dirigeren is het moeilijkste dat er is, je hebt er jaren voor nodig om het goed aan te kunnen." Hij is er te laat mee begonnen en betreurt dat nu. "Je moet er heel jong aan beginnen, wil je het echt goed oppakken." José houdt van het klassieke concert in een gewijde ruimte: "Als de stilte in de kerk dan aanvoelt alsof iedereen zijn adem inhoudt, dan krijg ik kippenvel. Dan heb ik aan mijn bedoeling voldaan en voel ik me gedragen door een gevoel van zingeving en geluk. Dan wordt al het gehaast om na mijn werk snel eten te maken en me daarna weer voor te bereiden op repetities 's avonds beloond." Sander, die nog iets economisch studeert in Amsterdam, concentreert zich voorlopig op het bekende eigentijdse repertoire van mooie, langzame melodieën uit musicals en speciale composities voor koperblazers.

Het drietal bewijst niet alleen in hun woorden, maar vooral ook met glinsterende ogen en blosjes van gedreven inzet voor music, music, music… Ze bewijzen bijna lichamelijk hoe goed het hen doet om mee te kunnen draaien in de ongeveer 40 blaasorkesten in onze regio. Dat geluk delen ze met de landelijke tweeënhalf miljoen anderen die hun vrije tijd ook gebruiken voor de onderlinge harmonie die muziekmaken onder alle omstandigheden vergt. "De politiekapel kreeg eind jaren tachtig een dirigent die dat niet aanvoelde. Hij heerste en verdeelde. Stookte de jongeren op tegen de ouderen. De kapel ging binnen twee jaar naar de knoppen, het klonk niet meer, en werd daardoor afgeschaft. Een niet te herstellen verlies toen."

En zo is het: muziek is onze mooiste menselijke mogelijkheid om onderlinge harmonie te bewerkstelligen ondanks competentie- en competitieaspecten die gedreven mensen moeten leren overwinnen. Dat bevordert geestelijk welzijn en innerlijke vrede. En oog voor elkaar en de omgeving. Als je er tenminste geen misbruik van maakt. Zou die portefeuille daarom de aandacht hebben getrokken van juist Gerard Smit? Ook het soort kostbare aandacht die nieuwe aandacht oproept? Waardoor dit interview ontstond?