Afbeelding
Foto: Pixabay

Huurster moet vertrekken wegens slecht huurderschap

Een Bussumse moet op 31 mei haar kamer verlaten die ze huurde bij een hospita in Bussum. Dat heeft de kortgedingrechter in Lelystad bepaald. 

De verhuurster is inmiddels overleden maar haar erfgenamen zetten op 4 mei toch het kort geding door dat hun zus een maand eerder had aangespannen tegen de huurster. Met dit vonnis is de eis van de erven van vrouw niet geheel ingewilligd. Zij eisten dat de huurster na het vonnis binnen 48 uur de woning zou verlaten. De erven konden niet de woning in om de nalatenschap van hun zus te regelen omdat de huurster het slot had laten veranderen.

Op 5 april daagde de hospita haar huurster omdat zij zou uitgescholden zijn door haar en ze zich niet meer veilig in haar eigen huis voelde. De hospita zat in een rolstoel en leed aan ernstige COPD. Nadat de huurster haar had toe gebeten dat ze pas zou vertrekken als de verhuurster zou verhuizen besloot de hospita er werk van te maken. Maar het kort geding zou nooit dienen want op 5 april overleed de Bussumse plotseling. De huurster die eerder dakloos was, huurde vanaf november een kamer bij de overleden vrouw.

Slot vervangen

De dag erna kwamen de broers van de verhuurster naar de woning van hun zus. Ze wisten dat de relatie tussen hun zus en huurster een moeilijke was. Ze wilden de spullen van haar veilig stellen en de begrafenis regelen. De ontmoeting tussen huurster en de nabestaanden was dan ook direct zeer moeizaam. Toen de broers twee weken later het huis opnieuw binnen wilden gaan om de boel te verhuizen, konden ze niet naar binnen. Het slot was vervangen en de huurster liet de broers niet binnen. Daarop besloten zij om de rechtszaak die hun zus wilde voeren alsnog te laten plaatsvinden. 

De eis van het onmiddellijke vertrek van de huurster heeft de rechter afgewezen. Zij vindt dat de oorspronkelijke eis van de verhuurster een rechtmatige is, namelijk dat de huur van haar huurster op 31 mei zou worden opgezegd. De huurster geniet geen huurbescherming omdat ze de kamer pas negen maanden huurt. Wel moet de zij de nabestaanden van haar hospita toelaten in de woning en meewerken aan de afwikkeling van de nalatenschap. 

Volgens de rechter draaien beiden partijen voor de kosten op omdat zij over en weer in het ongelijk zijn gesteld. Enerzijds is de eis van de erven niet geheel ingewilligd en hoeft de huurster niet binnen 48 uur de woning te verlaten. Aan van de andere kant moet gedaagde wel toegang tot de woning verlenen.