De beroemde Huizer kappen.
De beroemde Huizer kappen. Foto:

Een klein zwart stoomtrammetje met een hijgende locomotief


Onlangs kregen wij een bladzijde toegespeeld uit De Krant, een ‘monthly magazine for Canadians and Americans of Dutch origin’. Mevrouw Aubrey Beauchamp uit San Clemente, California, haalt daarin herinneringen op aan haar jeugd in het Gooi. Over mevrouw Beauchamp (waarschijnlijk niet haar meisjesnaam) komen we weinig te weten, behalve dat ze voor de Tweede Wereldoorlog in Blaricum geboren is, een nichtje was van HCAW-coryfee Rob Hoffman en in Bussum naar de Mulo ging. Verder had ze een niet bij naam genoemde oom die leraar Engels was in Bussum. Maar een beetje googlen leert ons dat ze op 21 april 1933 geboren is, dat ze in Californië geregistreerd staat als ‘Dutch nurse’ en dat ze een van de vaste columnisten van De Krant is. Zou zij dezelfde zijn als Amy Beauchamp, de auteur van The Dutch Touch. Growing up in Blaricum uit 2017? Ik vond haar naam ook nog in Hei&wei, het blad van de gemeente Blaricum, waar ze in januari 2013 ook al wat herinneringen ophaalde.

Wat herinnert zij zich zoal uit haar Gooise jeugd? Ze maakt in het artikel een soort tour d’ horizon langs de diverse Gooise gemeenten.

Oud-Valkeveen

“Ik zag () een statige laan overkoepeld door een dikke bomenboog die van de straatweg naar de speeltuin leidde.” Dat was Oud Valkeveen, met schommels, wippen, glijbanen, een strandje en een doolhof met lachspiegels. En vooral met een pannekoekenhuis (ze gebruikt nog de oude spelling) waar ze een kolossale pannekoek kreeg, “zwemmend in boter en poedersuiker.” Verder herinnert ze zich “een klein zwart stoomtrammetje met een hijgende locomotief die grote zwarte wolken de lucht in blies”: de beruchte Gooische Moordenaar.

Hilversum en Laren

In Hilversum kreeg ze haar eerste permanent

In Hilversum werden bij de Hema en V&D de kleren gekocht. Na afloop kreeg ze een glas limonade met een taartje of een gevulde koek. In Hilversum kreeg ze ook haar eerste permanent. Laren is “een klein schilderachtig plaatsje met veel artiesten.” Er was ook een poffertjeskraam en een grote kerk met twee torens. Ze verhaalt dat je aan de hand van de verschillende kerktorens de plaatsen uit het Gooi kon herkennen, en dat ze als oriëntatiepunten dienden. Ze werd in het Sint- Jansziekenhuis geopereerd aan een navelbreukje, van de nonnen daar zag je door de grote kappen de gezichten alleen als ze recht voor je stonden.

Blaricum

Haar woonplaats Blaricum werd bevolkt door boeren, burgers en buitenlui. “De boerderijen waren gelijk plaatjes, met rood en groen geschilderde luiken voor de ramen, de boerderij omringd met een tuin met bloemen, een moestuin en een hooiberg met rieten dak. De stallen binnen stonden ’s winters vol met kolossale koeien die ’s zomers op de uitgestrekte weilanden liepen te grazen.” Ze herinnert zich ook “net voorbij het politiebureau-met-één-agent () een steegje met een piepklein winkeltje waar je heerlijkheden voor een-cent-van-’t blad kon krijgen.” Zwart-op-wit, “iets zaligs wat meestal op was voordat ik thuiskwam.” En de winkel van Meneer Kooy van de zuivelfabriek De Goede Verwachting. “Toen meneer Kooy met milkshakes en banana splits begon werd het drukker. Vandaag is de winkel alom bekend en komt heel Nederland naar Kooy om ijsjes te eten.” Ze bedoelt ongetwijfeld Zuivelhuis De Hoop van Piet Kooij, inmiddels IJssalon De Hoop geheten en in 2015 uitgeroepen tot Beste IJssalon van Nederland. Grappig dat ze daarginds in Amerika De Hoop vertaalt in De Goede Verwachting.

Huizen, Naarden en Bussum

Sommige Huizenaren liepen nog in klederdracht. “De vrouwen droegen prachtige wit gesteven enorme kappen en zwarte rokken. Als ik zo’n Huizervrouw op de fiets zag langskomen, hoopte ik altijd dat het niet zou regenen want dan zou die prachtige kap als een vel om haar hoofd hangen. Op Zondag zat heel Huizen in de kerk.” Van Naarden herinnert ze zich een uitvoering van Bachs Johannes Passie. Bussum is de laatste plaats die ze op haar ‘tour’ aandoet. Een rustig plaatsje met plantsoentjes, eendjes en vijvers, waar ze zoals gezegd op de Mulo zat. Haar opa en oma woonden er in een klein wit huisje op het sportpark, dat (later) genoemd is naar “een neef van me die eens Europees baseball pitcher kampioen was.”

Van Bussum keert ze terug naar Blaricum, langs het zwembad Crailoo. Ze bedoelt het door Dudok ontworpen zwembad aan de Lage Naarderweg uit 1931 – het is echter in 1984 gesloten en vervolgens gesloopt. “En zo zit ons ritje door het Gooi er weer op. Er zal wel veel veranderd zijn maar in mijn geheugen ziet het er nog precies zo uit. Ik geniet van al die mooie herinneringen.”

Bron foto’s:

Gemeentearchief Gooise Meren en Huizen

Nol Verhagen

Zuivelhuis De Hoop rond 1950.
Pannekoekenhuis Valkeveen, rond 1950.
Zwembad Crailoo aan de Lage Naarderweg.