Gooise onderwijskoepels blij dat scholen weer opengaan
Er is binnen het basisonderwijs blijdschap dat de leerlingen volgende week weer ‘gewoon’ naar school kunnen, tegelijkertijd zijn er nog allerlei vragen en zorgen of het wel veilig en verantwoord kan.
GOOISE MEREN De nieuwe directeur-bestuurder ad-interim Peter Velseboer van Stip Hilversum, de onderwijskoepel met zestien openbare basisscholen in de regio, vertelt dat het besluit om de scholen weer te openen toch wel met gejuich is ontvangen. “We willen open zijn. We zijn er om onderwijs te verzorgen”, zegt hij. “Maar ja, je wilt niet dat de hele klas in quarantaine moet. En moeten de ouders van de kinderen dan ook in quarantaine?”
Het zijn vragen die dinsdagmorgen zeker aan bod zijn gekomen toen honderden bestuurders binnen de PO-raad (Primair Onderwijs) bijeenkwamen om de stand van zaken - en dus vooral het kabinetsbesluit - te bespreken. Vervolgens komt deze woensdagochtend - de ochtend na de persconferentie van Mark Rutte en Hugo de Jonge - het zogenaamde ‘coronacrisisteam’ (bestuurders en schooldirecteuren binnen Stip) bijeen. “Pas daarna nemen wij een definitief besluit”, aldus Velseboer. “Bedenk ook dat er schoolbesturen zijn die helemaal niet open willen. In het zuiden vraagt men zich bijvoorbeeld af waarom men open moet als een week later al de ‘carnavalsvakantie’ is.”
Online petitie
Inmiddels is er ook een onlinepetitie in het leven geroepen waarin men pleit om basisscholen vanwege het grote maatschappelijke belang pas te heropenen na het vaccineren van het onderwijspersoneel. “Redenen zijn het ontbreken van basale cijfers en het bovengemiddelde risico op besmetting, na heropening, zonder vaccinatie, en de daarmee gepaard gaande onzekere gevolgen inzake de duurzame inzet van personeel en de gezondheid van onderwijspersoneel, kinderen en hun naasten.”
De petitie was maandagmiddag al meer dan twintigduizend keer ondertekend. Ook Velseboer kent de kritische berichten, maar hoopt toch vooral dat de scholen open kunnen. Voorlopig terugkijkend op de tweede lockdown voor het basisonderwijs is deze voor Stip organisatorisch gezien goed verlopen. “We hebben veel geleerd van de eerste periode. Ook de scholen zelf, die in die eerste periode ook veel dingen zelf uitvonden, hebben veel van elkaar geleerd. Toen de scholen begin dit schooljaar - in september/oktober - weer open waren is er veel met elkaar gedeeld.”
Zelf is Velseboer pas sinds 1 januari - als opvolger van de vertrokken Geert Looyschelder - tijdelijk hét aanspreekpunt binnen de grote onderwijskoepel. Inmiddels heeft de Amstelvener alle scholen bezocht. “Zij hebben het de afgelopen weken prima opgepikt. Overal is op afstand gewerkt, al zijn er natuurlijk wel verschillen. En soms zag je dat halve klassen even bijeenkwamen om samen te spelen. Juist ook dat sociale contact was heel belangrijk. Maar ja, achterstanden zullen er zijn. Die zijn niet te vermijden. Maar wij zijn bezig met plannen om die achterstanden in te halen.”
Vooral verheugd
‘Achterstanden zullen er zijn. Die zijn niet te vermijden’
Binnen Alberdingk Thijm Scholen, waar achttien basisscholen in Gooise Meren en omstreken onder vallen, zijn er eveneens veel vragen, erkent een woordvoerder. Toch overheerst vooral optimisme. "We zijn verheugd dat de scholen weer open kunnen op 8 februari. Leerkrachten kijken ernaar uit alle leerlingen weer te kunnen verwelkomen.”
Ook bij Proceon, waar zestien christelijke basisscholen uit deze regio onder vallen, is men vooral blij dat de scholen weer open gaan. "Fantastisch nieuws”, zegt voorzitter Marieke Doddema van het college van bestuur. "Voor ons zijn nog wel die aanvullende maatregelen heel onduidelijk. We moeten kijken hoe dat eruit gaat zien. Dan gaat het bijvoorbeeld over medewerkers die zelf in de risicogroep zitten en hoe zit het met die Britse variant?”
Doddema stelt - net als Velseboer - dat de lockdown organisatorisch gezien goed loopt. Ook hier is geleerd van de eerste lockdown toen scholen abrupt moesten overschakelen. "Het staat nu beter, dat doen de mensen goed. Het gaat ook op maat per school. Wel zie je nu dat de noodopvang ten opzichte van de vorige keer toeneemt. Je merkt dat het ook voor ouders zwaar is. We hebben ook goed gekeken voor welke kinderen het toch nodig is om naar school te komen. Daarin zijn we nu wat ruimer. Sommige kinderen hebben school gewoon hard nodig.”