Afbeelding

Coronaïevelingen

GOOISE MEREN Net voordat meester Mark en hippe Hugo het land meedeelden dat het slot er weer op ging, bracht ik op de valreep een weekend door in onze hoofdstad. Het ontbreken van laveloos en grasrokend volk uit Liverpool en Bristol zorgde voor een haast serene rust in de normaal stampvolle stad.

Al snel merkte ik op dat ik behoorlijk uit de toon viel met mijn saaie, sterielblauwe mondkap. De Amsterdamse hipster had de inmiddels verplichte mondbedekking alom gedoopt tot modeaccessoire.

Gucci

Ik zag ze in leer, van Gucci, Louis Vuitton en zelfs een gebreide versie. Of het kapje ‘virusdruppeltjes’ zou tegenhouden leek niet de belangrijkste graadmeter. De esthetische kenmerken des te meer. ‘Wie mooi wil zijn moet pijn lijden’ was zelden zo sterk van toepassing.

Gehoorzaamheid

Ik was positief verrast door de gehoorzaamheid die de meeste Amsterdammers lieten zien. De basisregels leken grotendeels te worden nageleefd. Zouden ze in het vrijgevochten linkse bolwerk dan toch ook de urgentie hebben ingezien? Helaas nam dit beeld een abrupte wending toen ik een winkel in een van de Negen Straatjes binnenstapte. Bij binnenkomst drukte ik netjes en met beleid op de knop van de handontsmettingsdispenser die vervolgens zeker een halve liter vocht over mijn armen en broek uitbraakte. Beter te veel dan te weinig, zal de winkelier hebben gedacht.

Superbrak

Vervolgens viel mijn oog op de verkoopster van de kledingwinkel. Merel. Een derdejaarsrechtenstudente van 22 jaar, zo vertelde ze mij. Iemand met iets meer hersencapaciteit dan Famke Louise, zo zou je denken. Toen ik Merel vroeg hoe somber het studentenleven was in coronatijd keek ze mij aan alsof ik wereldvreemd was. "Somber? Ik heb bijna elke avond een huisfeestje. Ik ben nog superbrak van gister."

Toen ik haar vroeg of het niet vreemd en een beetje onverantwoord was, kaatste ze direct de bal terug te zeggen: "Maar ik heb mijn oma al weken niet gezien hoor!" Dat ze dagelijks in een winkel op minder dan 1,5 meter tachtig mensen van kledingadvies voorzag, leek haar blijkbaar volstrekt normaal en zonder risico.

Hamsteraars

Mijn coronablazoen is ongetwijfeld ook niet schoon. En dat de Bussumse supermarkten zwart zien van de hamsteraars die nog steeds denken dat het massaal inslaan van wc-papier belangrijker is dan het dragen van een mondkapje, is waarschijnlijk het gevolg van het twijfelende overheidsbeleid. Maar Merel bleek volstrekt coronaïef en een regelrechte covidioot.

Kerst

Dus, lieve dorpsgenoten: wees niet coronaïef. Wees geen Merel. Dan zitten we met kerst misschien weer samen aan de wijn.

Paul Sluis
paul@marcomman.nl, marcomman.nl

De coronacrisis houdt ons in zijn greep.