Fabriek Huizerweg omstreeks 1880 (coll. Historische. Kring)
Fabriek Huizerweg omstreeks 1880 (coll. Historische. Kring)

Zachte witte Spaansche zeep

In de loop van de 19e eeuw vestigde zich een nieuwe, in ruime welstand verkerende, bevolkingsgroep in Bussum. Een van de dienstverlenende sectoren die daarop inspeelde was die van wasserijen en blekerijen. Kristalhelder water was ruim voorhanden in de door afzandingen ontstane sloten en waterpartijen, die tot in de bebouwde kom doorliepen. Het lag voor de hand hier wasserijen en blekerijen te vestigen. Als nevenindustrie verschenen er tevens zeepfabriekjes.

Een van de ondernemers in de zeepbranche was K.L. Portman, die een uitvinding deed voor verbetering van de fabricage van zachte zeep en daarvoor octrooi verwierf. Het Koninklijk Besluit vermeldde: ‘Een octrooi in dato 22 december 1836, voor den tijd van vijftien jaren verleend aan K.L. Portman, te Bussum, op de uitvinding van eene verbeterde wijze om zachte witte spaansche zeep te bereiden' (Alg. Handelsblad 14 Jan 1837).

Zachte witte Spaansche zeep stond bij het verwende Gooise publiek in hoog aanzien. Ze werd immers bereid met een hoog percentage olijfolie en de witte kleur ontleende ze aan de toevoeging van 'zuivere gebleekte Russische kalk'.

Portman diende bij de Gemeente een plan is voor de stichting van een fabriek aan de Huizerweg (die toen nog Grintweg heette). De gemeente ging akkoord, maar stelde aan de fabriek strenge voorwaarden. Desgevraagd meldde Portman: ‘… dat om aan alle gevaar van brand te voorkoomen, het Stookgat en de vuurgangen onder den ketel in de grond zijn gemetseld en de Schoorsteen, geheel vrij, van alle aanraking agter het foornuis waarin de Zeepketel gemetseld is dertig voet hoog opgaat, alvorens het dak te bereiken, ...' (Notulen Gemeenteraad 8 Januari 1837)

Portman gaf in krantenberichten hoog op van zijn 'wonderschone 'geöctrijeerde Zachte witte Spaansche zeep'. Echter, niet iedereen bleek overtuigd van de kwaliteit ervan, zo schreef de Amsterdamse Commissionair in zeep J.W. Volkers: ‘… hoe vreselijk werd ik in mijne gespannene verwachting teleurgesteld, toen men mij Zeep even als gehotte Karnemelk aanbood. Bij nadere examinatie blijkt het dan ook, dat ze in het gebruik niet veel meer effect doet dan Karnemelk.' (Alg. Handelsblad 28 jan. 1837).

In de verdere geschiedenis van de zeepfabriek lijkt het er meer op dat Portman snel zijn octrooi ten gelde wilde maken dan dat hij zelf ging produceren. Al in 1837 verkocht hij zijn vergunning aan A. Aeyelst. Weer een jaar later kwam de fabriek in handen van G. Bastiaans, maar ook die verkocht de zaak weer. De firma Wijnkamp en Van Ingen was de laatste eigenaar van de zeepfabriek, voor de opheffing in 1848. Daarna is de fabriek verbouwd en in gebruik genomen voor diverse andere producten.

Ben Koning

Afbeelding
Schoolplaat De Zeepzieder