De Brediusweg
Dinsdagmiddag 21 Mei 1940 wordt de Brediusbrug bij de Brinklaan met takels op een grote transportauto geladen en afgevoerd. Daarmee komt een einde gekomen aan een brug die ruim dertig jaar gefunctioneerd heeft. In april 1902 kocht Jan van Woensel Kooy gronden van Jhr. Henri Tindal, waarop in het Bosch van Bredius eertijds het landgoed van de Hinlopens was. Samen met Floris Vos stichtte Van Woensel Kooy de Hofstede Oud-Bussem. Zij besloten een weg aan te leggen die de Hofstede met het station Naarden-Bussum moest verbonden. Het plan daarvoor was van architect K.P.C. de Bazel. Zij hadden daarbij te onderhandelen met niet minder dan 28 eigenaars of huurders van gronden. Floris Vos speelde het echter klaar en begon de weg aan te leggen door de weilanden. Deze weg, de Brediusweg, stuitte op de Bussumervaart. Besloten werd om een brug te maken en ook, omdat er plannen voor een tramlijn waren, in het brugdek tramrails te leggen. Van die tramlijn is nooit iets gekomen, maar de rails zijn tot op de laatste dag in het brugwegdek gebleven. Toen de brug gereed was en het huisje voor de brugwachter was gebouwd, toonde het gemeentebestuur weinig geneigdheid om de weg en brug over te nemen. Pas in januari 1906 kwam de overeenkomst tot stand. Zo werden oud en nieuw Bussum tot elkaar gebracht.
In 1920 werden aan weerszijden van de Brediusweg één meter brede fietspaden aangelegd. Later bleek de wegbreedte veel te smal. Toen in 1929 werd besloten riolering aan te brengen en de weg te asfalteren, werd door raadsleden voorgesteld om de bomen te verplaatsen en de fietspaden te scheiden van de rijweg. Maar de wethouder was van oordeel dat dat niet nodig was. In 1933 was de verkeersdrukte echter al zo toegenomen dat er bij de kruispunt verkeerslichten werden aangebracht. Pas in 1940, na het verwijderen van de brug, zou de Brediusweg verbreed worden en fietspaden achter de bomen krijgen.
Klaas Oosterom
