Bijeenkomst van Lou-aanhangers waarin zijn overlijden bekend werd gemaakt.
Bijeenkomst van Lou-aanhangers waarin zijn overlijden bekend werd gemaakt. Foto:

De Christus van Muiden

Ouderen onder onze lezers hebben vast wel van hem gehoord: Lou de palingboer, ofwel Louwrens Voorthuyzen, geboren in Breezand in 1898. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw leerde Nederland hem kennen als Lou de palingboer, een ex-visser die op de Amsterdamse Dappermarkt begon te prediken dat hij God was, en onsterfelijk. Lou zei: “Ik predik Jezus Christus lichamelijk. Zijn opstandingslichaam met zijn nieuwe naam en dat is Lou." Zijn tweede vrouw Mien Wiertz, die vurig in zijn goddelijke status geloofde, zei: ”Ik wilde een God die ik vast kan pakken." Lou (uit te spreken als 'lauw') woonde aanvankelijk in de Kerkstraat in Muiden, en verhuisde later naar Muiderberg. Jarenlang was de Lou-groep gevestigd in het 'Witte Huis' aan de Naarderstraatweg 2, vlak bij de Hakkelaarsbrug. Lou preekte vooral in zalen in Amsterdam: “Ik ben de erfenis, wie mij heeft, heeft alles." En: “Wat nu komt, was al eer het was." Lou had het vaak over de “begoocheling van het ik”, en maakte grappen als “Theo loog weer eens”. In de jaren zestig waren er enkele honderden mensen 'in Lou', die bladen met zijn preken uitventten, vooral bij het Centraal Station in Amsterdam. Lou had een christelijk-gereformeerde en baptistische achtergrond en de taal die hij gebruikte was een soort Tale Kanaäns, met uitdrukkingen als 'een iegelijk' als bedoeld werd 'iedereen'. Er werd veel over hem geschreven, onder andere door Harry Mulisch, die hem samen met schaker Jan Hein Donner in Muiderberg opzocht. Een verslag daarover is te lezen in het boek 'Voer voor Psychologen'. Onder meer wegens rechtszaken in verband met echtscheidingen verliet de groep Nederland. In maart 1968, in een Belgisch gehucht, verliet Lou deze wereld op zeventigjarige leeftijd door een niet-behandelde longontsteking. Dit tot verbijstering en verdriet van zijn vele vrouwelijke volgelingen, ofwel 'engelen'. Naar verluidt ontstond er een pandemonium: vergeefs werd geprobeerd hem tot leven te brengen door op hem te gaan liggen en steeds weer te roepen: "Lou, kom terug!” Hij werd na enige tijd toch begraven in een dorpje in de buurt van Namen. Van zijn voorspelde wederopstanding kwam niets terecht, en de Lou-groep viel ten slotte uiteen. Toch zijn er nog altijd mensen die zich verbonden voelen met Lou. Zij beheren zelfs een website die aan hem is gewijd.

Mien en Lou in 1967.
Het Witte Huis bij Hakkelaarsbrug.