Afbeelding

Inspector Gadget

In onze oude buurt in Amsterdam-Oost waren inbraken vrij populair. Niet zelden kwam mijn overbuurman aan de deur met de vraag of ik interesse had in een tweedehandstelevisie, of een 'van de vrachtwagen gevallen' Macbook Pro. Hij trok er geregeld in het holst van de nacht op uit om in het zuidelijkste deel van de stad te zoeken naar leegstaande stulpjes van de gegoede burgerij. Sinds we zijn verhuisd naar Bussum is alles anders geworden. We staan min of meer aan de andere kant van het spectrum. Waar we in de Oosterparkbuurt zomers rustig onze voordeur konden dichtslaan zonder deze op slot te doen, lijkt inbreken in 't Gooi haast verheven tot een Olympische discipline.

Zodra de schoolvakantie haar intrede heeft gedaan, stropen bendes vanuit vele uithoeken van Europa haast zonder enige gêne door de normaal zo vredige straten van Naarden en Bussum. Als Jan- Diederik en Marie-Fleur na het ochtendgloren de tuindeur opengooien om buiten te gaan spelen, hebben zij geen flauw idee dat hun trampoline in de nacht is gebruikt als springplank naar het badkamerraam en het houten speelhuisje als schuilplaats bij een ophanden zijnde ontdekking.

Vorig jaar juli was ik zelf betrokken bij een inbraak, of beter gezegd, bij de nasleep ervan. Terwijl een kennis met zijn gezin van hun vakantie genoot, werd hun huis leeggehaald door een aantal duistere figuren dat niet was gevraagd om de planten water te geven of de konijnen eten te geven. Wat volgde was een haast 'inspector Gadget'-achtige scène. Nadat ik de politie had ingelicht, verwachtte ik niet veel meer dan de wijkagent die na een aantal keer krabben aan zijn snorharen weer zou vertrekken. Maar niets bleek minder waar. Dat hij met een vrij luxe auto aan kwam rijden verbaasde mij al enigszins, aangezien ik stond te wachten op de wijkagent op zijn wijkagenten-fiets. Maar toen er een heuse inspecteur met een opvallend serieus gezicht een zwarte koffer uit zijn achterbak haalde, wist ik dat het menens was.

Ik vertelde de statige man mijn verhaal, en terwijl hij het opengebroken raamkozijn bestoof met wit poeder, vroeg ik hem breeduit over al de avonturen die zijn werk hem tot dan toe gebracht hadden. Hij was zichtbaar gevleid door mijn interesse, en vertelde haast zonder tussendoor adem te halen de meest spectaculaire episodes uit zijn lange loopbaan als boevenjager. Van de sporen die hem brachten tot de oplossing van een inbraak in het Larense Singermuseum tot aan de echte 'heterdaadjes'. Vervolgens haalde hij een kwastje uit zijn koffertje en veegde het witte poeder zorgvuldig uit het raamkozijn. Hij liet mij de vingerafdrukken zien, en kon daarmee exact in kaart brengen hoe de inbrekers te werk waren gegaan. Dat Miroslav en zijn koevoetvriendjes inmiddels al lang en breed in een wegrestaurant langs de Duitse autobahn de opbrengst van hun buit zaten te verdelen, was van ondergeschikt belang. 'We vinden ze zelden terug', zo had de inspecteur mij reeds op het hart gedrukt. Soms is het verhaal belangrijker dan de afloop, zo was mijn conclusie.

Paul
sluis.paul@gmail.com

Afbeelding