Het stoomschip Bussum (3636 ton) van Vinke & Co (collectie G.J. de Boer).
Het stoomschip Bussum (3636 ton) van Vinke & Co (collectie G.J. de Boer). Foto: Picasa

Stoomschip Bussum tijdens de oorlog

Dit artikel gaat over het koopvaardijschip met de naam Bussum van Rederij N.V. Houtvaart (Vinke & Co). De Bussum kon tijdens de mei-dagen in 1940 uit Nederland ontsnappen, maar werd op 13 mei ten noorden van het lichtschip Westhinder door een Duitse luchtaanval vrij zwaar beschadigd. Een Brits oorlogsschip slaagde er echter in de Bussum binnen te slepen. Ruim zes maanden later zou het schip een vijandelijke onderzeebootaanval echter niet overleven.

De Nederlandse regering in ballingschap verplichtte de Nederlandse koopvaardijschepen buiten Nederland om onder Engelse regie ten behoeve van de geallieerden zeetransporten te verzorgen. Op 9 november 1940 verliet een konvooi van 34 schepen Canada, waaronder de Bussum. De Bussum (3636 ton), onder kapitein L. Wulp, had in Montreal graan geladen voor Belfast. In de nacht van 22 op 23 november werden enkele tientallen mijlen westelijk van Noordwest-Ierland zeven schepen door één Duitse onderzeeboot vernietigd, waaronder het Nederlandse schip De Ootmarsum. Alle opvarenden kwamen om het leven.

De Bussum getorpedeerd

De volgende dag om 20.05 uur trof een torpedo, op een afstand van 455 meter en afgevuurd door dezelfde onderzeeër, de Bussum aan bakboordzijde ter hoogte van de brug. Het schip zakte van voren weg en bleef liggen. Na ongeveer drie kwartier werd besloten het schip te verlaten, daar gemeend werd dat het - mede in verband met het ruwe weer - niet meer te redden was. De voltallige bemanning van 29 man kon in de reddingsboten plaatsnemen en werd reeds spoedig door een ander schip opgepikt, die allen twee dagen later in Ierland aan land bracht.

In de scheepsverklaring van de Bussum, de 30ste november te Londen door kapitein Wulp afgelegd, staat te lezen dat een torpedobootjager, die de omgeving van de plaats waar de Bussum was getroffen had afgezocht, niets van het schip had gevonden. Tot nu toe werd aan Nederlandse kant blijkbaar aangenomen, dat de Bussum op 23 november, niet lang na te zijn getroffen, was ondergegaan. Dit was echter niet het geval en er zijn zelfs nog ernstige pogingen ondernomen het schip te bergen, waarover de volgende: een marinesleepboot vond het wrak en wilde een tros uitbrengen zodra het beter weer zou zijn. Maar drie kwartier later, op 24 november, brak het schip in tweeën en zonk, ruim 60 km van de Ierse kust.

Verliezen op zee

In de Tweede Wereldoorlog zijn 387 Nederlandse zeeschepen, waaronder 36 kustvaarders, door oorlogshandelingen verloren gegaan. Daarbij zijn ruim 1600 Nederlanders en circa 1500 opvarenden van inheemse oorsprong, hoofdzakelijk Indonesiërs, omgekomen.

Klaas Oosterom

Bron: K.W.L Bezemer: Geschiedenis van de Nederlandse Koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog. Elsevier 1987.

Afbeelding