B.S.-armband van Toon
B.S.-armband van Toon Foto: Picasa

Uit de historie van Bussum en het Gooi

MUS in oorlogstijd

MUS was de bijnaam van Toon Leenders (geboren 1900) uit Rotterdam, die in 1941 met zijn gezin in Bussum terecht kwam. De bijnaam MUS had hij te danken aan zijn vermogen om overal zijn kostje bij elkaar te scharrelen.

Het gezin van Toon en Antje Leenders–Menses met vier dochters en twee zonen, woonde in het begin van de oorlog in de Heerjansweg in Rotterdam/Bloemhof. Toon had zich opgewerkt van losarbeider tot bedrijfsleider van de wijnfabriek van de joodse eigenaren Rosenstiel en Winkel, waar van inlandse druiven wijn werd gemaakt. Toen op 14 mei 1940 de Duitsers het centrum van de stad bombardeerden ging de wijnfabriek in vlammen op. Voor Toon was er geen werk meer en hij moest naar de Dienst Uitvoering Werken: de werkverschaffing. Eerst ging hij in de Waalhaven tanks in camouflagekleuren verven, daarna
kon hij heide gaan plaggen op de Veluwe.

Rosenstiel vatte het wijnbedrijf weer op en vestigde dat in twee loodsen aan de Noorderweg in Hilversum. Hij vroeg Leenders weer als bedrijfsleider, die dat aanbod graag accepteerde. Rosenstiel ging in Naarden wonen. Het gezin Leenders betrok een woning boven de Ledercentrale, Vondellaan 67 in Bussum. Ook het Gooi was niet altijd veilig, enkele weken voor hun komst waren op de naastgelegen woning (nr. 65) twee bommen gevallen; een vrouw raakte zwaar gewond, de woning behoorlijk beschadigd.

In 1942 werden de maatregelen tegen joden steeds verder aangescherpt. Rosenstiel werd geadviseerd onder te duiken, maar dat weigerde hij. In september 1942 moest hij zich met zijn gezin, melden bij station Bussum, voor de reis naar Westerbork. In maart 1943 werd het gezin op transport gesteld naar Sobibor, waar zij direct na aankomst op 23 maart werden vergast.

Toon was al langer ongerust over de houding van de Duitsers jegens de joden. Na contact met enkele mensen uit de illegaliteit meldde hij zich bij het verzet. De wijnfabriek met zijn enorme wijnvaten bood veel mogelijkheden voor verzetsactiviteiten. Zo werden bij Loosdrecht gedropte wapens verstopt in enkele lege wijnvaten. Het bleef oppassen, ook de Leendersen kregen te maken met repressie. Zo werd dochter Annie twee weken vastgezet om dat ze haar tong uitstak naar een flirtende Duitse soldaat. Op verdenking van illegale activiteiten verbleef moeder Antje twee weken in het gevang en eind 1944 werd ook de MUS (Toons verzetsnaam) opgepakt. Hij komt na veertien dagen vrij, maar zweeg over wat hij had meegemaakt. Desondanks bereikte het gezin tamelijk ongeschonden de bevrijding. Toon zat nog een tijdje bij de Binnenlandse Strijdkrachten. In de loop van 1945 verhuisden Toon en Antje, samen met enkele van de kinderen, terug naar Rotterdam.

Tekst: Ben Koning

Bron en foto's: A.E.M.

(Annemieke) Schaap 'MUS' (2016)

Afbeelding
Het gezin Leenders.  Achter:  Annie, Gerda en Tonnie. Vóór: Joke, moeder Antje, Corrie, Riet en vader Toon.
Vondellaan 67, Bussum  (Ledercentrale en bovenwoning)