Uit de historie van Bussum en het Gooi
Vliegenier Auwerda
Officier-vlieger Cornelis Petrus Auwerda (1890-1922) was één van de eerste marinevliegers die met een zeevliegtuig aan marinemanoeuvres deelnam.
Auwerda werd geboren op 9 januari 1890 te Smilde. Hij begon zijn loopbaan als 2e luitenant der infanterie en kwam in november 1918 op bij Marinevliegkamp de Kooy. Hij behaalde op 17 april 1919 het burgervliegbrevet van de Fédération Aéronautique Internationale en stapte toen over naar de Koninklijke Marine. Deze dienst was in 1914 opgericht en vloog rond 1922 met vliegtuigen van Nederlandse makelij (Koolhoven, Spyker, Van Berkel en Fokker).
Op maandag 3 april 1922 maakt een tweepersoons Spijker V2 jachtvliegtuig om 10.30 uur tijdens een lesvlucht een bocht op 100 meter hoogte. Het vliegtuig glijdt vervolgens af en verongelukt tijdens de landing op De Kooy. Beide inzittenden komen hierbij om het leven. Piloot Auwerda overlijdt ter plekke aan zijn verwondingen en leerling-vlieger Mahns, die les kreeg van Auwerda, raakt zwaar gewond. Hij knapt enigszins op, maar overlijdt op 6 april in het Marinehospitaal te Willemsoord (Den Helder) alsnog aan zijn verwondingen.
Op donderdag 6 april wordt Auwerda in de namiddag vanaf het Marinehospitaal te Willemsoord aan de buitenhaven overgebracht naar het station van Den Helder om vervolgens met de trein te worden overgebracht naar station Naarden-Bussum. In Bussum wordt hij op vrijdag 7 april 1922 begraven. Aanwezig is een grote militaire vertegenwoordiging: een vertegenwoordiger van de Minister van Marine, de commandant van de Marine te Den Helder, andere hoge marineofficieren en militairen van het garnizoen van Naarden. Tijdens de uitvaartplechtigheid cirkelt een vliegtuig boven de begraafplaats. De begrafenis trekt in het dorp Bussum veel aandacht. Het is niet duidelijk waarom Auwerda in Bussum werd begraven. Auwerda liet vrouw en een kind van 18 maanden achter.
Klaas Oosterom, met dank aan Leon Bok, funerair deskundige
