Mariska Ristjouw startte haar carrière in de ICT.
Mariska Ristjouw startte haar carrière in de ICT. Foto: Yvette de Vries

Een koel hoofd en een warm hart

GOOISE MEREN Enthousiast en vol energie is ze, Mariska Ristjouw. De 53-jarige moeder van twee kinderen is de opvolgster van Ruth de Waal, die na 27 jaar onlangs afscheid nam van de SKBNM.

Met een flinke dosis aan ervaring, ze heeft onder meer samen met andere ouders in 2004 een kinderopvang opgezet binnen een bestaande school, staat ze nu aan het roer van een grote kinderopvang. En dat is wat ze ook heel graag wilde. Klein begonnen met de voorloper van het IKC (Integraal Kind Centrum) zoals we dat nu kennen en vervolgens als manager bij een andere kinderopvangorganisatie, was ze nu toe aan een volgende stap. Een grotere organisatie waar ze haar vleugels verder kan uitslaan. "Juist omdat we zo groot zijn kunnen we meedenken in concepten die verder gaan dan wat er binnen de muren van de kinderopvang gebeurt en zijn we een goede gesprekspartner voor gemeente en scholen, naast ouders natuurlijk."

Samenwerken met onderwijs is volgens haar iets heel anders dan een kinderdagverblijf en een BSO runnen. Ristjouw ziet kinderopvang als onderdeel van de opvoeding. "Je hebt thuis, daarnaast kies je voor een bepaalde school en daar komt daar nog een loketje bij: kinderopvang. In de meeste gevallen is dat ook eerder aanwezig dan school. Een mens leert zijn hele leven; school en kinderopvang zijn daarin componenten." De kersverse directeur staat wel meteen voor een flinke klus. Door wijzigingen in de wet IKK (Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang) moet er intern behoorlijk wat geschoven worden. Het gaat met name om het aantal leidsters per groep. Er moeten bijvoorbeeld meer leidsters komen op babygroepen. "En dat terwijl het al behoorlijk lastig is om aan personeel te komen", laat Ristjouw zich ontvallen.

Met De Waal maakte ze een rondje langs de locaties, waar ze spontaan binnen kwamen vallen. Een bewuste keuze. "Zo voel en zie je wat er speelt en wat er gebeurt. Het is makkelijk om een goed pedagogisch beleid neer te zetten, maar om het ook echt zo te doen en de consequenties te accepteren, is iets heel anders." Ristjouw vertelt dat de manier waarop ze met de kinderen omgaan en de inrichting van de ruimte en de gebruikte materialen, zijn afgestemd op de ontwikkeling van het kind. "Bij de babygroepen zie je dat bijna alles op de grond plaatsvindt zodat ze zelf alles kunnen ontdekken. Het is een soort snoepwinkel voor ze." De zelfverzekerde Ristjouw geeft overigens niet de indruk dat ze bang is dat ze niet haar plekje kan veroveren nadat De Waal zo lang aan het roer van de SKBNM heeft gestaan. "Ik hoop dat de kinderen er aan de ene kant weinig van merken dat Ruth weg is, maar ik hoop ook dat ze wel merken dat ik er ben door wat ik toevoeg." Als ze over zichzelf praat ziet ze zichzelf vooral als een directeur en mens met een koel hoofd en een warm hart. "Ik ben erg van de bedrijfsvoering, van dingen zakelijk slim doen, maar ik heb ook een warm hart voor de kinderen en collega's." Wat ze in ieder geval wil is dat de kinderopvang betaalbaar blijft voor iedereen en dat ze meegaan in de maatschappelijke ontwikkelingen. "De kinderopvang is tweeledig. Het is een instrument om ouders te ontzorgen en een plek waar kinderen zich kunnen ontwikkelen tot wie ze zijn en kunnen zijn."