Uit de historie van Bussum en het Gooi
De welstand van erfgooiers
Vóórdat in de jaren 70 de Erfgooiersvereniging 'Stad en Lande van Gooiland' werd opgeheven, vond er in 1966 een sociologisch onderzoek plaats onder erfgooiers, uitgevoerd door onderzoekers van de Wageningse Universiteit. De onderzoekers keken onder meer naar de honkvastheid, de werkring, het ontwikkelingsniveau, de onderlinge bindingen en de mate van welstand.
Eeuwen geleden waren bijna alle inwoners van Gooiland erfgooier. In 1966 maakte nog maar 10% van de inwoners deel uit van een erfgooiergezin.
Om een idee te krijgen van de mate van welstand werd gevraagd welke voorwerpen en artikelen men bezat, die in 1966 op een zekere luxe wezen, en kende men aan elk voorwerp of artikel punten toe.
Eén punt leverde het bezit van een bromfiets en een radio op. Twee punten voor een centrifuge. 3 punten voor een tv-toestel, een telefoon, een wasmachine, een koelkast, een douche of bad. Vier punten: een motor, scooter, auto en een kampeer-uitrusting. Een puntenwaarde van 5 kreeg men voor een boot, caravan of zomerhuisje. Zo ontstond een welstandscore van 51 punten.
En wat waren de resultaten? 6% ofwel één op de 16 gezinnen scoorde 6 punten of minder! Ruim de helft scoorde tussen de 10 en 21 punten. Boven de 30 punten kwam bijna geen enkel erfgooiersgezin. Er was geen duidelijk onderscheid tussen de welstand van erfgooiers met een boerenbedrijf (scharenden) en inwoners die wel erfgooier waren, maar geen boer waren (niet-scharenden).
Eén van de conclusies van de onderzoekers was dat wat welstand betreft de erfgooiers een beeld vertonen dat vermoedelijk niet ver afwijkt van het gemiddelde Gooise. De erfgooiers lijken, gemeten naar Gooise maatstaf, naar inkomen, mensen van de middenmoot. En de conclusie dat de oud-Gooise bevolking het vermogen heeft om zich aan te passen en op te werken, ondanks de zeer duidelijke gebondenheid aan de woonplaatsen.
Klaas Oosterom
Bron: A.C.J. de Vrankrijker: Stad en Lande van Gooiland. Van Dishoeck 1968.