Harry Grosveld vertelt dat hij door zijn kleinkinderen het kinderboek is gaan schrijven.
Harry Grosveld vertelt dat hij door zijn kleinkinderen het kinderboek is gaan schrijven. Foto: Bob Awick

Sprookjesverhaal van Harry Grosveld ontstond op het strand van Muiderberg

Harry Grosveld vertelde een sprookjesverhaal op het strand aan zijn kleinkinderen. Ze vonden het zo geweldig dat Harry dacht: daar ga ik een boek over schrijven.

NAARDEN In het boek 'De Sprookjeskaravaan' komen Flip, Hans en Grietje, Bas, heer Uil, Doortje, Witje, Duimpje, Assie en Kapje elkaar tegen en gaan samen de strijd aan tegen Blauwbaard die meisjes ontvoert en vasthoudt in zijn kasteel.

"Kinderen kennen de sprookjes van Hans en Grietje, De Gelaarsde Kat, Doornroosje, Sneeuwwitje, Klein Duimpje, Assepoester en Roodkapje, maar door het boek leren ze die op een andere manier kennen", vertelt auteur Harry Grosveld (82). "De hoofdrolspelers kennen elkaar niet en elkaars sprookjes ook niet. Die vertellen ze en zo komen alle sprookjes aan de beurt." Harry vertelt vol trots dat dit zijn eerste kinderboek is. "Van origine ben ik geen kinderboekenschrijver. Ik ben geboren in Roosendaal en heb economie gestudeerd in Tilburg. Na de militaire dienst ben ik de rechterhand geworden van de burgemeester in Coevorden. Na een paar jaar ben ik gaan werken bij de gemeente van Heerlen en daarna als hoofd Economische Zaken in Utrecht. Ik werd gebeld door de gemeente Amsterdam of ik daar wilde komen werken en dat heb ik twintig jaar gedaan tot mijn pensioen. Door die baan zijn we, mijn vrouw en vier kinderen, in Naarden terechtgekomen."
"Ik heb eerder een boek geschreven met de titel 'Terugzien en een beetje vooruitzien' over de twintig jaar dat ik werkzaam was bij de gemeente Amsterdam. Dat boek was een relatiegeschenk omdat ik met pensioen ging. Als afscheidscadeau kreeg ik een budget om een proefschrift te schrijven over toonaangevende steden in de wereld. En daar heb ik zes jaar aan gewerkt." En dan nu een kinderboek en dat komt een beetje door zijn kleinkinderen. "Ik weet het nog goed. Samen met mijn vrouw Trudy zat ik met vier kleinkinderen op het strand van Muiderberg en ze verveelden zich. 'Opa, wat moeten we doen...' Ik ben ze toen een verhaal gaan vertellen: dat iemand op stap ging om iets te doen en onderweg kwam hij iemand anders tegen en raakten ze met elkaar in gesprek en kwamen ze weer iemand tegen en zo ging het verhaal verder. Op een gegeven moment wilde ik weer gaan schrijven, maar dan een kinderboek en toen heb ik het verhaal van het strand als leidraad gebruikt."
'De Sprookjeskaravaan' begint met Flip, de muis. Hij leest in de krant dat Blauwbaard weer een meisje heeft ontvoerd en gaat eropuit om die meisjes te redden. Onderweg naar het kasteel van Blauwbaard ontmoet hij verschillende sprookjesfiguren die zich aansluiten om Flip te helpen. De missie slaagt weliswaar, maar Flip is kwijt en wat er van de anderen terechtkomt, blijft onbesproken. Wie weet komt er nog een vervolg op dit boek, laat Harry weten. "Mijn tien kleinkinderen hebben het boek als proef gelezen en vonden het geweldig. Ook is het boek voorgelezen op drie basisscholen, zodat de kinderen konden reageren als het nodig was. Ze vertelden me heel duidelijk dat ik dit boek uit moest brengen en dat is nu ook gebeurd."