Bussumers zijn dol op sport.
Bussumers zijn dol op sport.

Boet gaat badmintonnen

BUSSUM De frequente discussie tussen mij en mijn vrouw vanaf het moment dat onze zoon Boet zijn eerste stapjes kon zetten: voetbal of hockey? Als fanatiek Ajax-supporter zorgde ik ervoor dat Boets eerste woordje 'bal' was, hij het clublied van Ajax eerder meezong dan 'Vader Jacob', en inmiddels een groter fan is van Donny van de Beek (speler van Ajax) dan van Brandweerman Sam.

Voor mij is er geen twijfel, ik zal hem nooit dwingen, maar Boet moet voetballen. Mijn vrouw pakt het iets minder agressief aan, maar laat er geen misverstand over bestaan dat zij Boet het liefst vanaf zijn vierde jaar met een stick over het veld van 'Gooische' ziet drijven. De pedagogisch correcte compromis lijkt uit te komen op: laten we afwachten wat hij zelf wil.

Echter, sinds onze verhuizing naar Bussum lijkt het probleem zichzelf op te lossen. Om lid te kunnen worden van (de meest populaire) hockey- of voetbalclubs van Bussum moet je aan meer voorwaarden voldoen dan voor een reis door Noord-Korea.

Een parttimebaan als vrijwilliger, 'vrinden' die je naar binnen kunnen loodsen zijn een must, zelfs de ligging van je woonhuis - voor of achter het spoor - kunnen het verschil maken. Dit alles nog los van de jaarlijkse lotingen of wachtlijsten.

Op zichzelf een goede zaak dat Bussumers sportief zijn aangelegd natuurlijk. Maar het feit dat de kans dat je kind lid kan worden van zijn of haar favoriete sportclub ongeveer net zo groot is als de kans om een plek voor je auto te vinden in het centrum op zaterdagmiddag, heeft mij wel verbaasd.

Dus mijn tip voor jonge stellen met een kinderwens woonachtig in Bussum: zodra je na een romantische zomernacht denkt dat het wel eens raak kan zijn, stuur een mail naar de voetbal- en hockeyclub om je foetus aan te melden.

'Ik zal hem nooit dwingen, maar Boet moet voetballen'

Boet heeft voor zijn derde verjaardag een badmintonracket van zijn ouders cadeau gehad. Morgen kan hij beginnen.

Paul