Afbeelding
Foto:

Uit de historie van Bussum en het Gooi

1934: Over het OUDE woonwagenkamp

Uit: De Bussumsche Courant van 17 Maart 1934:

Meer dan dertig gezinnen zullen over enige dagen het huidige woonwagenkamp op de heide, dat bij de begraafplaats zal worden getrokken, verlaten, om het nieuwe woonwagenpark te betrekken.

Sommigen staan er meer dan 15 jaar. Zo'n woonwagenkamp is een wereldje op zich zelf. Men kent elkaar allemaal, men kent elkanders zorgen en lasten. Al is het maar de wekelijkse gulden staangeld.

'Ja mijnheer', vertelde een oud vrouwtje, 'elke week moet het er zijn. Er wordt licht gebrand, er is waterleiding. Als we ziek zijn is er geneeskundige hulp. We krijgen gratis medicijnen. Nee, te veel is het niet. Maar toch moet die gulden er elke week zijn en het is moeilijk een boterham bij elkaar te scharrelen. Er is veel koude en soms wordt er honger geleden tussen die vier houten schotten op wielen.'

Er zijn er die vroeger het gehele land hebben afgereisd om op de kermis hun kostje op te scharrelen. Maar ook dat is tegenwoordig geen vetpot meer.

'Ziet u die diepe kuilen? Die staan, wanneer het geregend heeft, vol water. De kinderen komen, wanneer het geregend heeft, met doorweekte voeten thuis.'

We wandelden het kamp door. Er zijn bijna alleen vrouwen. De mannen zijn er met handel of muziekinstrumenten op uit om geld te verdienen. De vrouwen zijn met de was bezig. Daarbinnen ziet 't er knus en gezellig uit. In sommige wagens staat zelfs een piano .

'U mag wel eens binnen kijken als u wilt', roept een bewoner van het kamp, die met opgestroopte mouwen de was staat te boenen.

Wij bestijgen het trapje. Het is er proper en netjes. Het buffet glimt als een spiegel. In den hoek een radiotoestel. Op een klein spiritus-lichtje staat de koffie te pruttelen. Het vloerzeil glimt. Achter het kleine zitkamertje ligt de nog veel kleinere slaapkamer. Schone lakens, heldere, gekleurde wollen dekens. Het slaapvertrek is klein. 'Bovenin slapen mijn man en ik', vertelt de vrouw, 'en beneden de kleine. Ze is zeven jaar en léren dat ze doet.' Met trots laat de moeder een leesboekje zien. 'Moet u haar sommen zien. Kijk eens allemaal tienen staan er onder. Die meid kan geweldig leren. En als zij groot is mag zij worden wat zij wil.'

'Wilt u een kop koffie?' Boven de tafel hangt een grote koperen petroleumlamp. Ze begint over het nieuwe kamp te praten: 'Een mooi kamp, We hebben er jaren naar verlangd.' (slot volgt)

Klaas Oosterom

Afbeelding
Detail van plattegrond van Bussum in 1937. Blauwe ster: plaats oude kamp; rode ster: plaats nieuwe kamp. De stippellijnen geven de nog niet aangelegde Ceintuurbaan weer.