Afbeelding
Foto: Britte Ham

'De meeste emigranten blijven heimwee houden naar Nederland'

Bussumer Jan Fels is maar liefst twee keer naar Australië, het 'beloofde land', geëmigreerd en kwam beide keren weer terug naar Nederland. Hij schreef er een boek over.

BUSSUM "In de vijftiger jaren was Nederland een emigratieland", aldus Jan Fels (78). "Koningin Wilhelmina en Willem Drees stimuleerden Nederlanders om te gaan emigreren. Nederland is te vol, zeiden ze. Nu is Nederland veel dichter bevolkt, maar het is een immigratieland geworden." Fels beschreef zijn ervaringen en die van vele anderen in het recent uitgekomen boek 'Je neemt jezelf mee overzee - een persoonlijke visie op de naoorlogse emigratie van Nederland naar Australië'.

"Australië is streng en er zijn duidelijke regels. Links is daar gewoon links en rechts is rechts. Dat is niet altijd prettig, maar je weet wel waar je aan toe bent. En dat is anders dan in Nederland." Fels ondervond aan den lijve hoe zwaar het was om een bestaan op te bouwen in het beloofde land. Hij emigreerde op zestienjarige leeftijd met zijn moeder naar Australië. "Mijn ouders waren gescheiden. Een broer van mijn moeder woonde daar al en vroeg of wij naar hem toe kwamen. Na een reis van zes weken per schip kwamen we in Australië aan. In Nederland zat ik op het gymnasium, maar ik had niet altijd zin in Grieks en Latijn. Ik had wel zin in avontuur, dus zag er niet tegenop om in Australië naar de highschool te gaan. Maar het was heel hard werken, ik heb me kapot gestudeerd. Ook voor mijn moeder was het zwaar om de kost voor ons te verdienen." Na een paar jaar kreeg zijn moeder de kans om een bovenetage te huren bij haar ouders in Den Haag. Toen is ze naar Nederland teruggekeerd. "Ik had inmiddels examen gedaan, was geslaagd en had een studiebeurs gekregen voor de universiteit. Maar omdat mijn moeder niet meer in Australië woonde, werd die beurs ingetrokken. Dat vond ik heel jammer, want ik had het er echt naar mijn zin. Ik was negentien, zat op tennis, had vrienden en was aan het mooie weer gewend. Maar er zat niets anders op, ik moest ook terug naar Nederland."
Hij ging economie studeren in Rotterdam. "Mijn voordeel was dat veel studieboeken in het Engels waren. Maar ik vond het wel koud in Nederland en de mensen hier wisten toen niets van Australië. Ze deden er een beetje neerbuigend over." Na zijn studie werkte hij op het hoofdkantoor van IBM. "Ik had het er niet naar mijn zin. Mijn vrouw zei op een dag: Zullen we naar Australië emigreren? Het was 1970, we waren pas getrouwd en hadden nog geen kinderen. We zijn gegaan en na zes weken kwamen we aan in Melbourne." Het bleek een gunstig jaar te zijn: de economie in Australië draaide op volle toeren, de werkloosheid was minder dan 1 procent, ze schreeuwden om mensen." Fels kon kiezen uit vier banen. In eerste instantie werkte hij in Melbourne. Later kreeg hij een baan aangeboden bij het ministerie van Transport in de hoofdstad, Canberra. "Mijn vrouw wilde daar niet wonen, ze vond dat de stad te afgelegen lag. Daar naartoe verhuizen voelde voor haar weer als een emigratie."
Daarom overwoog het echtpaar weer terug te gaan naar Nederland. Professor Tinbergen, een bekende Nederlandse econoom, waarschuwde het echtpaar dat de heer Fels, als ze zouden terugkeren naar Nederland, daar een half jaar werkloos zou zijn. "Dat kwam helaas uit. Het kostte me een half jaar om een baan te vinden. Ik had al een vliegticket om toch weer terug te gaan naar Australië toen ik een mooie baan kreeg aangeboden." Fels werd aangenomen bij het Projektburo Almere. "We gingen wonen in Lelystad. De overgang van de miljoenenstad Melbourne naar een stad met zesduizend inwoners was groot. Maar wat was het een leuke baan!" Hij werkte daar tot de rijksdienst werd opgeheven en werd uiteindelijk docent economie. Elke keer als Fels voor zijn werk in Den Haag was, bracht hij een bezoek aan de Australische ambassade of de of de Nederlandse Emigratiedienst. "Ik wilde de ontwikkelingen in het land op de voet volgen." Hij verzamelde krantenknipsels, boeken, verslagen en kreeg de promotievideo's van de Australische emigratiedienst. De verzameling werd steeds groter. Hij bestudeerde ruim 50.000 registratiekaarten en interviewde tientallen emigranten. Daarvoor ging hij een paar keer terug naar Australië.
"Nederlanders hebben het niet gemakkelijk hebben gehad in Australië. Het was keihard werken om een bestaan op te bouwen. Ze werden gezien als 'bloody migrants'." Uit zijn onderzoek bleek dat een derde van de mensen die naar Australië emigreerden, terugkwamen naar Nederland. Een derde wilde wel terugkeren, maar deed dat om verschillende redenen niet. "Ze hadden de financiële middelen niet, of wilden hun kinderen, die inmiddels in Australië gesetteld waren, niet achterlaten. En een derde is misschien financieel wel geslaagd, maar emotioneel niet. Die mensen houden bijna altijd heimwee naar Nederland." Door de jaren heen werd het hem steeds duidelijker dat hij iets wilde doen met alle verzamelde informatie. Het resultaat is het boek dat hij samen met Brenda van Dijk uit Hilversum schreef. Het eerste deel vertelt zijn persoonlijke verhaal en dat van andere emigranten. Het tweede deel is gevuld met onderzoeksgegevens. "We hebben er twee jaar aan gewerkt, maar nu ligt het er."