Celine Mureau is een van de onderzoekers van 'Hilversum in Oorlogstijd'.
Celine Mureau is een van de onderzoekers van 'Hilversum in Oorlogstijd'. Foto: Bastiaan Miché

'Niet met grote boog om NSB'ers'

HILVERSUM - In Hilversum is in '40-'45 weerstand geboden tegen de nationaalsocialistische organisatie en haar leden, maar Hilversummers liepen niet met een grote boog om hen heen. Dat is een conclusie die te trekken is uit de eerste resultaten van het grote onderzoeksproject 'Hilversum in Oorlogstijd' door Museum Hilversum, de gemeente, de Hilversumse Historische Kring Albertus Perk en de Universiteit Utrecht.

Dat Hilversummers weerstand boden blijkt volgens de onderzoekers onder meer uit het feit dat vestigingen van de NSB en verwante organisaties werden gevandaliseerd. Tevens komt naar voren dat het lidmaatschap van de NSB slecht was voor de portemonnee. Winkels van NSB'ers werden actief vermeden en ook andere zelfstandigen zoals dokters betaalden de prijs voor hun politieke overtuiging.

"Daar stond wel wat tegenover. De NSB in Hilversum was opgesplitst in allerlei kleinere groeperingen die geregeld samenkwamen om de koers van de partij te bespreken of het nationaalsocialistische gedachtegoed uit te dragen. Soms stonden er ook festiviteiten op de agenda. Deze organisatiestructuur van de NSB was erop gericht de sociale cohesie onder de leden te vergroten. Gezelligheid hoorde dus ook zeker bij het lidmaatschap", melden de onderzoekers.

Onderling bleken de vriendschappen van sommige Hilversumse leden behoorlijk hecht. Andere vrienden, collega's en buren die geen lid waren, keurden de keuze voor de NSB af, maar waren tijdens het strafproces na de oorlog wel bereid om een gunstige verklaring over de persoon af te leveren. "Sociale relaties met niet-leden waren dus niet geheel onmogelijk in Hilversum - populair was de NSB'er niet, maar oude vrienden, collega's en buren liepen niet noodzakelijk met een grote boog om hen heen", is een andere conclusie.

Vorig jaar september is begonnen met het graven naar de Hilversumse historie tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het voorjaar zijn de eerste twee deelonderzoeken afgerond. De supervisie op dit project is in handen van de Universiteit Utrecht. Dr. Geraldien van Frijtag begeleidt een tiental studenten die als stagiair onderzoek verrichten naar aspecten van de bezettingsgeschiedenis in Hilversum.
De eerste deelstudie richtte zich op de plaatselijke Nationaal Socialistische Beweging. De hoofdvraag was: wat betekende het lidmaatschap voor het sociale leven van de Hilversumse NSB'er. Celine Mureau heeft de tweede deelstudie uitgevoerd. Zij heeft zich verdiept in de Joodse gemeenschap in Hilversum en in de relaties tussen Joodse en niet-Joodse burgers – voor, tijdens en na de Holocaust. Zij heeft onder meer antwoord proberen te geven op hoe de Joodse gemeenschap zich verhield tot de niet-Joodse gemeenschap en hoe het eigenlijk kwam dat er zo veel Joden in Hilversum woonden toen de oorlog uitbrak.