'Onder de Mensen' heet het boek van Peter Brusse over zijn vader.
'Onder de Mensen' heet het boek van Peter Brusse over zijn vader. Foto: Bob Awick

Peter Brusse schrijft eerbetoon aan zijn vader

BUSSUM - Peter Brusse kijkt in de camera terwijl hij zijn boek 'Onder de Mensen' vasthoudt. Het boek gaat over zijn vader, die ook wel 'Prins van de Journalisten' werd genoemd. Een man die hij eigenlijk nooit goed heeft gekend, maar omdat hij het boek schreef toch voor een groot gedeelte heeft gevonden.

"M.J. Brusse, zo noemde ik hem ook. Tot mijn redacteur zei: schrijf nou eens over je vader. Over Rie. Vanaf toen werd het heel anders voor mij. Hij komt echt tot leven via het werk dat hij heeft afgeleverd." Peter verloor zijn vader op 5-jarige leeftijd in 1941.
M.J. Brusse dus, een journalist, een pionier, een man van het volk. Hij werkte in Rotterdam voor het keurige NRC Handelsblad. Brusse schreef verhalen over het leed dat hij op straat zag. Hij ging undercover, gebruikte zijn zintuigen bij de verslaglegging. Gebruikte de taal van het volk. Dit was nieuw voor journalisten. Ook liet hij als eerste de mensen waarover het ging aan het woord.
Peter dook in het verhaal van zijn vader vanwege de M.J. Brusseprijs voor het beste Nederlandstalige journalistieke boek. "Ik wist wel dat mijn vader een bekend journalist was geweest, maar ik wist niet precies hoe het zat." En dus zocht Peter het uit. Opvallend eigenlijk dat Peter, die zelf onder andere werkte als buitenlandcorrespondent voor de Volkskrant, als hoofdredacteur bij Elsevier en het NOS-journaal, pas zo laat nieuwsgierig werd. Peter heeft veel van zijn informatie uit archieven en uit brieven. Maar hij las ook de verhalen van zijn vader die gebundeld zijn als boeken. Het bekendste boek van M.J. Brusse is 'Boefje' uit 1903. Een bestseller over een kwajongen met een hart van goud. Het werd met veel succes opgevoerd als toneelstuk en er werd later een speelfilm van gemaakt.
'Armoede in Rotterdam' was een van de grootste thema's die Brusse beschreef. "Maar altijd het klein menselijk leed. Hij keek in de havens wat er gebeurde, beschreef hoe mannen werden uitgebuit. Het is verbijsterend om te lezen, geestig ook wel. Je ziet gewoon voor je hoe hij in die smerige kroeg zat. Mijn vader ging naar bordelen om te praten en te luisteren. Naar de krottenwijken. Hij liet zien hoe verschrikkelijk het leven was, had bewondering voor de armen die doorgingen in moeilijke tijden. Hij geeft een beeld van de vorige eeuw dat uniek is. Hij liet zien in die keurige krant wat er allemaal misging. Hij klaagde niet aan, maar liet zien hoe het was, omdat niet iedereen het wist. Zijn reportages leidden wel regelmatig tot politieke debatten en mede dankzij hem leidde het tot veranderingen, zoals de invoering van een kinderrechter. Het was een fascinerende reis om het verhaal van mijn vader te ontdekken."