Rob en Lucia vieren 40-jarig jubileum met grote receptie
BUSSUM - Het is nu dan toch echt tijd voor een feestje. De kapperszaak van Rob en Lucia Kruijning aan de Nieuwstraat bestaat veertig jaar. Toen de zaak vijfentwintig jaar bestond hebben ze binnen de familie iets leuks gedaan. Nu pakken ze het wat groter aan, met komende zaterdag een receptie. Ze hebben er allebei veel zin in, maar zullen wel blij zijn als het zondag is en ze weer over kunnen gaan tot de orde van de dag.
Ruim 400 uitnodigingen hebben ze verstuurd. "Hoeveel er komen weten we niet, maar in het ergste geval komt iedereen", grapt de 69-jarige kapper. "Maar we hebben het goed voorbereid, er komt een grote tent in de tuin achter de zaak en ook de catering is geregeld." Energie heeft het echtpaar voldoende, maar dit gaan ze toch niet allemaal zelf doen. "Dan heb je er zelf niets aan", is hun nuchtere kijk.
Ze hebben niet al die veertig jaar samen in één zaak gestaan. Lucia werkte eerder in Hilversum. Ze had een eigen kapsalon in het Hilversumse RKZ. Toen dat ziekenhuis haar deuren sloot hebben ze van de nood een deugd gemaakt. Ze zijn een van de vele kapperszaken die het dorp rijk is en waarvan er regelmatig een paar wegvallen. Het geheim van hun succes? Volgens Kruijning kun je dat toch het beste aan hun klanten vragen. Sommige komen er al vanaf het begin. Hun oudste klanten zijn ruim boven de negentig jaar. Maar het zijn zeker niet alleen maar permanentjes en grijze haren die ze kleuren. Hun jongste klant is twee. "We knippen heren, dames en kinderen", vertelt hij.
Met hun tijd mee
Ze hebben er al die jaren ook veel aan gedaan om bij te blijven. "De ontwikkelingen in het kappersvak staan nu eenmaal niet stil." Jarenlang zat Kruijning in het bestuur van de Gooise tak van de ANKO, de bond voor kappers. Van daaruit werd ook de bijscholing geregeld. "Dat waren de technische clubs. We haalden dan trainers in huis om nieuwe technieken aan te leren. Daar zaten ook regelmatig bekende kappers en kampioenen bij." Zo wisten ze halverwege de jaren negentig drie jaar lang de toen nog wat minder bekende stylist Leco van Zadelhoff aan zich te binden.
"Maar hij had toen al een naam", weet de enthousiaste kapper. Het ging vooral om nieuwe technieken, zoals het opsteken van haar. "Knippen hoefden we niet te leren, dan konden we al." Waar het vroeger wel aan schortte was de scheiding binnen de opleiding tussen dames- en herenkapper. Je werd óf opgeleid als heren- óf als dameskapper. Tegenwoordig is dat anders en is die scheiding er op de opleiding niet meer. Kruijning vindt dat een goede zaak.
Opgeschoren koppies
De opgeschoren koppies bij de mannen vond Kruijning vroeger maar niks. "Toen vond ik het niet mooi, maar nu ik het weer zie terugkeren vind ik dat wel leuk. Maar helemaal kaal, nee, daar is voor een kapper niets aan." Vrouwenkapsels, dat is een heel ander verhaal. Die veranderen zelfs met de seizoenen mee. "In de zomer blond en in de winter donker of rood: voor kappers is er altijd werk. Vooral mannen en vrouwen tussen de 30 en 50 jaar zijn modebewust." Die komen nog regelmatig bij de kapper dus. Scholieren ziet hij daarentegen wat minder in de zaak. "De meisjes in 't Gooi zien er met hun lange haren allemaal een beetje hetzelfde uit." Voor klanten die de uitnodiging hebben gemist: de receptie is zaterdagmiddag van 15.00 uur in de tuin achter de zaak.
'Knippen hoefden we niet te leren, dat konden we al'