Het muzikale echtpaar Hans Roelofsen en Reina Boelens in hun statige Tindalvilla.
Het muzikale echtpaar Hans Roelofsen en Reina Boelens in hun statige Tindalvilla. Foto: Bob Awick

'De droom van Tindal is werkelijkheid geworden'

De nieuwe gemeente zit vol inspirerende inwoners. Lokale helden en bruggenbouwers. Solisten die veel voor buurt en medemens betekenen, teamplayers die anderen motiveren, nieuwkomers met frisse plannen en mensen die al jaren actief zijn. Wie zijn deze Gooise Meerders? De komende tijd stellen wij er een paar aan u voor. Deze week: Hans Roelofsen, basvirtuoos en eigenaar van de Tindalvilla: de plek voor kamermuziek.

door Jessica de Jong

BUSSUM - Alweer 30 jaar hebben Hans Roelofsen en Reina Boelens het genoegen om te wonen in de Tindalvilla in Bussum. Het prachtige pand werd in 1901 gebouwd en dient, precies zoals ooit bedoeld, als woonhuis met een muziekzaal. Kamermuziek klinkt regelmatig in het monumentale pand dat Roelofsen nauwgezet liet restaureren en daarbij volop participeerde. Zo bedacht hij hoe je gietmallen maakt om verloren gegane pilaarkoppen te reconstrueren reconstrueerde hij pergola' s bij de entree en serre; alles gaat zoals hij het bedacht heeft en zoals het past in het originele plaatje. Opmerkelijk als je bedenkt hoeveel vrijheid voor Roelofsen betekent en dat hij juist iemand is die graag buiten de lijntjes kleurt.

Een hippie, een monnik, een bouwer, een ouwehoer, een extraverte man, een muzikaal genie: Roelofsen blijkt vele kanten te hebben. Een paar jaar terug kreeg hij een lintje voor zijn verdiensten in de muziekindustrie. De muziek bracht hem veel, onder andere ook de Tindalvilla, die hij kon aankopen en behoeden voor de sloop.

Fanfare
De bas is het instrument van de Bussumer die oorspronkelijk uit Friesland komt. "Ik zat daar tot mijn veertiende bij de fanfare. Toen vond ik het wat gênant worden om in een uniform over straat te lopen. Maar we kwamen uit in het topsegment, we kregen gratis les en een instrument. Ik had een bugel." Roelofsen grijpt deze herinnering aan om even zijn gal te spuien over het hedendaagse muziekonderwijs. Hij pleit duidelijk voor deze vorm van culturele opvoeding.

Als tiener met lang haar woonde hij in de pastorie in Kimswerd, vlak bij Harlingen. Zijn pa was directeur van de sociale werkplaats en in het weekend predikant. Pa was een echte notabele, blikt Roelofsen terug. "Ik ben opgegroeid als zondagskind. We hadden de ruimte. Ik speelde als bassist in een band en speelde piano. Ik wilde een vakopleiding doen, maar voor school kon ik niet warm draaien. Dat lukte alleen voor de muziek en dus werd het voor mij eerst Groningen en later het Amsterdam's conservatorium, waar ik met een 10 afstudeerde." Dat was het begin van zijn muzikale carrière.

'Ik waardeer mooi werk waar mensen hun hart in leggen'

Monnik
Als een monnik werkte hij tien jaar met de bas. Hij wilde de beste worden. "Ik vergat de tijd. Ik dompelde mij erin onder. Ik wilde één worden met het instrument. Maar eigenlijk vond ik de bas een klote instrument zoals hij voorheen bespeeld werd. Maar dit ding heeft mij de hele wereld over gebracht. Wat mij aansprak? De baspijpen van het orgel, het geluid dat je omsluit. Dat boeide mij. In de werken van Bach zijn alle stemmen gelijk, maar de bas is Jezus."

Een eigenwijs dingetje
Op het conservatorium ging het hart van Roelfsen niet alleen sneller kloppen voor de bas, ook Reina kwam in zijn leven. "Een eigenwijs dingetje met rood haar", zo herinnert hij zich de eerste ontmoeting. "Ze wilde naar de kleinkunstacademie in Amsterdam en na een jaar heen en weer reizen werd ik het zat. We maakten steeds ruzie, dan moesten we het goed maken en dan was het weekend voorbij. En dus kocht ik een vrachtschip dat ik samen met mijn broer heb omgebouwd tot een woning." Roelfsen laat mooie foto's zien van vroeger. De tjalk, alles van hout, met aan boord de piano, de bas, een kachel en kleine kinderen die rondrennen. Hij wijst naar de lamp op de foto, die hangt nu boven de eettafel in de Tindalvilla.

Genietend van het vrije leven op het water in de binnenstad van Amsterdam gingen steeds meer deuren open voor de basvirtuoos. In 1981 werd hij de allereerste winnaar van de Nederlandse Muziekprijs, de hoogste onderscheiding voor een musicus in Nederland. Vanaf dan wordt hij overal voor gevraagd, tourt hij over de wereld en speelt hij met topmusici. Roelofsen heeft 5 cd's gemaakt die hoog scoren in de vakwereld. Hij is te zien op YouTube. "Naast mijn werk als parttime solobassist in het USO, NedPho en als conservatoriumdocent heb ik mij ingezet voor de verbetering van de contrabas, zowel wat betreft de uitbreiding van het repertoire als de bouw van bassen, strijkstokken en snaren. Ik heb eruit gehaald wat erin zat. Ik hoefde geen concessies te doen en dat kon ik mij permitteren."

De muzikale droom
De woonkamer van de Tindalvilla is de plek waar gemusiceerd wordt. Speciaal ontworpen voor de dochter van de eigenaar Louis Adrianus Tindal om te musiceren. "In mijn tijd is zijn droom werkelijkheid geworden. We hebben opera's in de tuin, een meesterpianist uit Wenen, een wonderkind uit Litouwen, Carel Kraayenhof met zijn bandoneon: ze komen allemaal. En ik speel zelf ook graag voor publiek. De droom van Tindal is werkelijkheid geworden."

Roelofsen heeft goede connecties. Ze komen allemaal graag naar Bussum, naar het intieme zaaltje. "Ik toon oprechte interesse. Ik spreek mensen aan op hun kwaliteit en waardeer mooi werk waar mensen hun hart in leggen. Het ambacht van de vaklieden en de organisatie van de architect zijn als die van de uitvoerende musici en de componist. Een mooie hut op een plekje met perfect uitzicht is als een song, een kasteel of een stadsplein in Florence een symfonie. We kunnen daar allemaal van genieten en ik deel het moois van de Tindalvilla en de onuitputtelijke voorraad mooie muziek al bijna dertig jaar met velen."

Als een monnik bestudeerde hij de bas.
Als kleine jongen op de bugel.
Roelofsen op 18-jarige leeftijd.