Trotseerloodje.
Trotseerloodje.

Het mooiste woord van 2016

Laat ik meteen voor het nieuwe jaar hoog inzetten. Ik lever hierbij maar alvast het mooiste woord voor 2016, dan hebben we dat gehad. En géén Engels woord zoals 'selfie'. Veel fraaier!

Ik moet wel erkennen dat het woord 'trotseerloodje' niet bij een ieder op de lippen bestorven ligt. Hooguit een paar metaaldetectorfreaks kennen deze term. En wellicht een paar vaklieden uit de bouwkundewereld. Of bij een opsteller van een aflevering van het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Bijna niemand zal zo'n trotseerloodje ooit gezien hebben. Het is niet anders dan een flapje lood dat gebruikt wordt in de bouw in het algemeen en in het dakdekken in het bijzonder om spijkers af te dekken om aldus te voorkomen dat er via de nagel inwatering zal plaatsvinden. En niet onbelangrijk objectje dus. Lood werd al in de verre oudheid voor alles en nog wat gebruikt en dus ook als trotseerloodje. Met antiek bouwafval en puin zijn er in de loop der tijden heel wat in de grond verzeild geraakt om via de pieper weer tevoorschijn te komen. Het loodje van de afbeelding trof ik enkele maanden geleden in een knus antiekwinkeltje in Hilversum aan. Ik was daar met vriend Rob, die sneller was dan ik en het loodje voor slechts 3 euro bemachtigde, terwijl er 5 euro voor gevraagd was. Een leuk voorwerpje voor Robs collectie. En ikzelf heb er helemaal geen. Het woord 'trotseerloodje' is niet helemaal te verklaren. Mogelijk is het een verbastering van een ander woord: traceerloodje. Vaak staan er initialen van de dakdekker op, compleet met jaartal en een of ander versiersel.