De mannen van het Vestingmuseum en de brandweer zijn blij met hun penningen.
De mannen van het Vestingmuseum en de brandweer zijn blij met hun penningen. Foto: Lisa van Dorp

Zilveren Legpenning voor museum en brandweer

NAARDEN - De vrijwilligers van de brandweer en het Vestingmuseum hebben de Zilveren Legpenning gekregen. Op de drukbezochte nieuwjaarsreceptie in het stadhuis reikte burgemeester Sylvester de onderscheiding maandag twee keer uit.

De Zilveren Legpenning, een massief zilveren munt, is de hoogste onderscheiding van de stad. De gemeenteraad kent hem toe aan inwoners of organisaties die iets bijzonders voor Naarden betekenen.

"Uw museum draagt bij aan de belangstelling voor de geschiedenis van de Nederlandse vestingbouw en houdt de herinnering aan de voormalige Vesting Naarden levend", zei burgemeester Sylvester tegen vicevoorzitter Godfried Lamers, secretaris Thijs Cobben en directeur Bas Kreuger van het Vestingmuseum. Het drietal nam namens de organisatie de onderscheiding in ontvangst. Volgens de burgemeester is het Vestingmuseum in 60 jaar tijd uitgegroeid tot een volwassen, landelijk museum dat duizenden bezoekers per jaar trekt. "Een uitzonderlijke prestatie van het bestuur en de vele vrijwilligers."

Steuntje
Kreuger noemt de legpenning "prachtig en onverwacht". Hij vindt de prijs, nu het museum 60 jaar bestaat, wel heel passend. "Het is een steuntje in de rug voor alles wat we doen aan het behoud van de Vesting. Het is plezierig dat de gemeente dat ziet. We werken met vier betaalde medewerkers en vijftig vrijwilligers." Penningmeester Alexander Huiskes benadrukt dat het Vestingmuseum goed loopt. "Vorig jaar hebben we het recordaantal bezoekers gehad van 25.150 mensen. Komend jaar hopen we er 30.000 te verwelkomen omdat er dan ook weer veel aanloop is van het fotofestival."

Ook de vrijwilligers van brandweerpost Naarden werden in het zonnetje gezet. "De vrijwillige brandweerlieden van Naarden zijn bereid om op elk moment van de dag of nacht in actie te komen, zelfs wanneer zij zich in situaties moeten begeven waarbij zij zelf grote risico's lopen", zei Sylvester. Postcoƶrdinator Jacques Ruijsendaal en voormalig postcommandant Peter Heere kregen de penning. "Enorm vereerd, enorm verrast en enorm trots", reageerde Ruijsendaal. "De legpenning krijgt een ereplaats in onze kantine."

Het laatste cabaret van een zelfstandig Naarden werd drie kwartier 'Bussum bashing'

Na het officiƫle gedeelte nam cabaretduo Dubbelfout de Naardense politiek door. Met het oog op de naderende fusie raadde Joyce Sylvester iedereen aan om er nog maar eens goed van te genieten. "Je weet maar nooit of het gemeentebestuur van de gemeente Gooise Meren het ook aandurft om zichzelf door Naardense narren op de korrel te laten nemen."

Het laatste cabaret van een zelfstandig Naarden werd drie kwartier 'Bussum bashing'. Muiden kwam er niet in voor. Frans Muthert richtte zijn pijlen op de grote buur: Burgemeester Henk Heijman die "in een klein dorp niet eens alle kikkers van de gemeenteraad in zijn kruiwagen weet te houden". De classy zaakjes in de Marktstraat versus de Lidl en de Zeeman. Het elegante stadhuis versus de grauwe bunker aan de Brinklaan. Fagel versus een vette bek bij de Mac. Het Vestingmuseum versus de Krijco. Een tweestemmig lied over Gooise Meren: "Ik oefen alvast maar je naam, maar waarvoor in hemelsnaam."

Al heeft de gemeente alles in gang gezet om per 1 januari samen met Bussum en Muiden verder te gaan, het publiek genoot van de Bussumgrappen. Verstandelijk wordt de fusie verwelkomd, maar gevoelsmatig steigert Naarden bij de gedachte ingelijfd te worden door Bussum. Volgens Muthert is zelfs NaarderNieuws verworden tot "een bijlage van het BussumsNieuws". Het leverde een eigen versie op van de ballade 'Zeg me dat het niet zo is' van Frank Boeijen.