Vandalen laten spoor van vernieling achter bij SC ‘t Gooi; eerste namen van verdachten komen binnen

HILVERSUM - De verslagenheid is groot bij SC ‘t Gooi waar pakweg tien tot vijftien vandalen afgelopen weekend flink hebben huisgehouden. Het goede nieuws is wel dat de daders op beeld staan en de voetbalvereniging inmiddels meerdere namen van eventuele verdachten heeft ontvangen.

Het kunstgras dat kapot is gesneden, brandgaten in de cornervlag, losgetrokken lichtbakken en opengetrokken materiaalhokken. Voorzitter Jolanda Osendarp somt dinsdag maar even op wat de groepen vandalen in de nacht van rond op maandag rond 23.45 uur allemaal heeft uitgespookt. “En dan zijn zij ook nog vanaf het dak op busjes van de kinderopvang, die hier zit, gesprongen. Ook die busjes zijn beschadigd.”

Voor zover de voorzitter weet heeft de Hilversumse voetbalclub geen vijanden. Maar dat mensen dit doen uit verveling is eveneens iets wat zij niet kan begrijpen. “Op camerabeelden zie je ze het terrein op komen. Als dan het alarm afgaat en de beveiliging komt, zie je ze vluchten richting Altius.”

Wat de schade is in euro’s kan Osendarp nog niet zeggen. Extra vervelend voor de club is wel dat het meidentram tot 17 jaar, uitkomend in de landelijke divisie 1, komende zaterdag op eigen veld de (feestelijke) kampioenswedstrijd speelt. Een week later vindt er op de velden op Sportpark Berestein een groot toernooi plaats. “Het is maar te hopen dat de gemeente snel meehelpt en het voor zaterdag is opgelost”, aldus de voorzitter. “Lukt dat niet dan zullen we andere beslissingen moeten nemen.”

(Tekst gaat verder onder foto)

SC ‘t Gooi heeft (niet heel duidelijke) beelden van de daders op de eigen socialmediakanalen geplaatst. Deze berichten zijn massaal gedeeld en hebben inmiddels enkele namen van mogelijke daders opgeleverd. “Daar zijn we nog voorzichtig mee, maar als we een paar keer dezelfde namen krijgen, gaan we daarmee naar de politie”, aldus Osendarp. “Ook krijgen we veel appjes met lieve berichten. Mensen leven mee. Dat is hartverwarmend.”