De boeren in het Gooi kregen in de middeleeuwen het gebruiksrecht op alle onverdeelde gronden. Deze ‘gemene’ (gezamenlijke) gronden of ‘meenten’ konden bestaan uit grasland, akkers of woeste gronden met hei, grassen, hakhout, bomen, hier en daar stenen en riet.
Om hun zaken onderling te regelen en om nieuwe gebruikers van de gronden te weren richtten de boeren de organisatie van erfgooiers op. Het recht om de gronden te gebruiken kon nu alleen nog maar geërfd worden.
Heideverdeling