Naardense sportverenigingen opgelucht na vijf jaar onzekerheid

NAARDEN - Na vijf jaar lijkt er gelijke financiële behandeling te komen voor alle sportclubs in de gemeente Gooise Meren. Sinds de fusie tussen de gemeenten Naarden, Bussum en Muiderberg bestond er grote ongelijkheid in huurtarieven die sportverenigingen aan de gemeente moesten betalen. 

Op 16 december bespreekt de gemeenteraad het collegeplan om een einde te maken aan deze ongelijkheid. In dit plan gaan de Naardense sportverenigingen in de toekomst minder betalen. Hierdoor komt vijf jaar na het tot stand komen van de gemeente Gooise Meren een eind aan de verschillen in financiële bijdrages van sportverenigingen. Nu zijn er sportverenigingen in Bussum die gezamenlijk 1 euro per jaar huur aan de gemeente betalen, terwijl bijvoorbeeld Hockeyclub Naarden op jaarbasis 145.000 euro betaalt. Dit is de besturen van Hockeyclub Naarden, NVC en Rugby Club ’t Gooi al jaren een doorn in het oog. Zij sloegen een aantal maanden geleden de handen ineen en trokken gezamenlijk op in de laatste gespreksrondes met vertegenwoordigers van de gemeente.

Onverteerbaar
Marc van Wijk, voorzitter van de Hockeyclub Naarden, nam hiertoe het initiatief. “Het is natuurlijk onverteerbaar voor onze leden en hun ouders (Hockeyclub Naarden heeft circa 1.350 jeugdleden) dat zij als inwoner van Gooise Meren aanzienlijk meer betalen voor dezelfde faciliteiten dan andere inwoners. Dat is, vijf jaar na de totstandkoming van de gemeente, niet meer uit te leggen.” John Koopmanschap, voorzitter van NVC, vult aan: “Aanzienlijke verschillen in veldhuur werken uiteindelijk competitie-vervalsend. Wij moeten nu eenmaal meer betalen per lid dan voetbalverenigingen in Bussum en dat betekent hogere contributies en minder faciliteiten.”

Rechtvaardig
De clubs hebben vanaf de eerste gesprekken over de harmonisatie constructief met de gemeente gewerkt aan mogelijke oplossingen, maar bestuurders vonden het de afgelopen jaren steeds moeilijker om hun eigen achterban te overtuigen van het nut van overleg. “Zes jaar na het gereedkomen van onze nieuwe kleedkamers vragen wij onze leden nog altijd om een extra bijdrage om de financieringslasten van de in eigen beheer en door ons zelf betaalde kleedkamers te kunnen dragen, terwijl onze leden weten dat er in Bussum door verenigingen een symbolische vergoeding wordt betaald. Ik kan niet meer met droge ogen uitleggen aan mijn leden dat dat rechtvaardig is”, aldus Erik Bosman, voorzitter van Rugby Club ’t Gooi.

Ruimte in de begroting
Als het collegeplan wordt aangenomen, zal de bijdrage van de Naardense verenigingen omlaag gaan ten opzichte van de huidige tarieven. Dat creëert ruimte in de begroting om structureel te gaan investeren in dingen die nu, vanwege gebrek aan financiële middelen, niet of niet volledig kunnen worden bekostigd. Bij zowel NVC als Rugby Club ’t Gooi is groot onderhoud en uitbreiding van faciliteiten de afgelopen jaren niet structureel op het niveau geweest dat nodig is voor de lange termijn terwijl Hockeyclub Naarden een omvangrijke schuld heeft moeten aangaan voor groot onderhoud. Groeiende instroom van jeugdleden op het sportpark aan de Amersfoortsestraatweg zal in de toekomst tot meer gebruik en daarmee investeringen leiden.

De Naardense clubs zijn blij met het collegeplan maar hebben begrip voor de bezwaren van andere clubs. “Uiteraard is het niet eenvoudig om uit te leggen waarom contributies wellicht omhoog moeten. Net zoals het voor ons niet makkelijk is geweest om uit te leggen waarom wij als clubs vijf jaar lang relatief aanzienlijk meer hebben betaald dan sportverenigingen in dezelfde gemeente”, zegt Koopmanschap, “maar uiteindelijk kan niet worden volgehouden dat de bestaande situatie rechtvaardig is”.

Heftigheid
Bosman is verbaasd door de heftigheid van de reacties: “Dat er een vorm van harmonisatie aan zat te komen, was al jaren bekend”. Hij geeft aan dat het de Naardense verenigingen niet gaat om de Bussumse clubs meer te laten betalen: “Wij hebben de afgelopen jaren open gestaan voor alternatieven. Als de Bussumse clubs een andere manier hebben waarbij de vergoedingen op vergelijkbare niveaus worden gebracht en het dus voor de hoogte van je contributie niet uitmaakt in welke kern je woont, is dat voor ons ook goed, maar waarom is dat in de afgelopen vijf jaar dan niet ingebracht? Dat was de tijd om het te doen.”

Van Wijk is in ieder geval opgelucht dat er nu een plan ligt ondanks de gevoeligheden: “Voor de wethouder en zijn ambtenaren is dit geen makkelijk traject. Wij zijn opgelucht dat na vijf jaar ongelijke behandeling er nu een voorstel ligt dat recht doet aan gelijke behandeling van sportende ouders en kinderen binnen de gemeente.”