Afbeelding
Foto: Pixabay

Mogelijk in januari alle trainingen in amateursport hervat

Sport

GOOISE MEREN - Het kabinet gaat advies vragen aan het OMT over de vraag of er vanaf januari weer door iedereen getraind kan worden in de amateursport, waarbij ook specifiek wordt gekeken naar de groepsgroottes en passende leeftijdscategorieën in de sport. 

Dat is de uitkomst van een gesprek dat het kabinet vandaag heeft gevoerd met NOC*NSF en de KNVB over de gevolgen van het coronavirus voor de sportsector. Bij het gesprek waren de minister-president Mark Rutte, minister voor Medische Zorg en Sport Tamara van Ark, de voorzitter van NOC*NSF Anneke van Zanen-Nieberg en namens de directie van de KNVB Eric Gudde aanwezig.

Daarnaast kan het betaald voetbal mogelijk in januari beginnen met de zogeheten fieldlabs, om kennis te verzamelen over groepen in stadions. Het liefst was het betaald voetbal meteen gestart met beperkt publiek, maar voetballen met publiek kan gezien het aantal besmettingen helaas nog niet. 

Enorme pijn
Eric Gudde (directeur Betaald Voetbal): “Vandaag is er goed overleg geweest over het grote maatschappelijke belang van sport in onze samenleving. Er is hierbij nadrukkelijk gesproken over het belang van publiek in onze stadions en de enorme pijn voor onze sector, zowel het gemis voor de supporters als de financiële druk voor de clubs. Helaas laten de besmettingscijfers het nu niet toe om al terug te keren naar de fase met beperkt publiek. Ik heb van Mark Rutte begrepen dat de IC-opnames in elk geval van gemiddeld 24 naar maximaal 10 opnames per dag moeten, voordat er versoepelingen mogelijk zijn en de stadions misschien weer open kunnen voor publiek. We hebben daar allemaal een rol in door ons strak aan de regels te houden. Ik ben wel blij met de toezegging vanuit minister Van Ark en minister-president Rutte om te kijken naar de enorme omzetverliezen in het betaald – en amateurvoetbal en dat we samen gaan kijken naar werkbare oplossingen voor de gehele sector. Hier blijven we de komende periode met elkaar over in nauw overleg.”

Financiële gevolgen
Als laatste is er ook stilgestaan bij de financiële gevolgen voor de sportsector. Het kabinet heeft oog voor de sportsector en -verenigingen die grotendeels op vrijwilligers draaien en lang gesloten zijn. Sportminister Tamara van Ark heeft toegezegd zich in te spannen om de financiële gevolgen zoveel mogelijk te beperken. Van Ark: “We willen het liefst allemaal weer kunnen sporten zoals we dit gewend waren. Sport en bewegen zijn enorm belangrijk om fit te blijven. Helaas zijn er op dit moment geen versoepelingen mogelijk gezien het hoge aantal besmettingen. We kunnen als samenleving ons steentje bijdragen door ons allemaal aan de maatregelen te houden. Ik ben onder de indruk van de sportverenigingen en de enorme hoeveelheid vrijwilligers die ondanks de beperkende maatregelen zoveel mogelijk mensen plezier laten beleven aan sport en bewegen. We blijven de komende tijd in gesprek met de sportsector om te kijken wat er mogelijk is aan versoepelingen.”

Omzetderving
Anneke van Zanen- Nieberg (voorzitter NOC*NSF): “We hebben goed overleg gehad over de bijdrage die sport kan leveren aan een gezondheid in de samenleving. Er is vooral gekeken naar wat wel kan en op welke termijn. Goed dat we met onze sportverenigingen in ieder geval voor de jeugd in de komende weken al een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het sport- en beweegaanbod. Ook is gesproken over de financiële impact van deze crisis op de sportverenigingen en de zorg die wij daarbij hebben. Het is bovendien goed dat aan het OMT gevraagd wordt of en hoe we de trainingen in januari weer mogelijk kunnen maken zonder de beperking van de groepsgrootte van vier. Ik ben verder blij met de toezegging van minister Van Ark om zeer serieus met ons in gesprek te blijven over de negatieve effecten van de omzetderving die er bij alle sportverenigingen is. Zij zal zich inspannen om hier ondersteuning voor te vinden, naast de steun die al is toegezegd op de huren van de accommodaties. Het is goed te zien dat het belang van de sportinfrastructuur in Nederland wordt erkend, zowel door premier Mark Rutte als onze sportminister Tamara van Ark. Wij blijven graag met hen in overleg.”

Uit de krant